Bijlage CA46 - Beschrijving van bediening in noodgevallen (informatief)

ZA.1 - Algemeen

Deze begrippen zijn in Europa onder beschouwing om eenheid te brengen in het gebruik van termen met betrekking tot "nood". Zij zijn hier opgenomen om de lezer inzicht te verschaffen in de betekenis van deze begrippen, ook al komen in deze norm slechts twee van deze termen voor.

ZA.2 - Bediening in noodgevallen

Bediening bedoeld om zo snel mogelijk gevaren, die onverwacht zijn opgetreden, weg te nemen.

Tot bediening in noodgevallen behoren, afzonderlijk of in combinaties:

ZA.3 - Noodstop

Bediening in noodgevallen bedoeld om een proces dat of beweging die gevaarlijk is geworden te stoppen.

ZA.4 - Noodstart

Bediening in noodgevallen bedoeld om een proces of beweging op gang te brengen teneinde een einde te maken aan een gevaarlijke situatie of deze te vermijden.

ZA.5 - Nooduitschakeling

Bediening in noodgevallen bedoeld om de voeding van elektrische energie naar een installatie als geheel of naar een deel daarvan te onderbreken waar er sprake is van een risico van elektrisch aanrakingsgevaar of een ander risico van elektrische oorsprong.

ZA.6 - Noodinschakeling

Bediening in noodgevallen bedoeld om de voeding van elektrische energie naar een deel van een installatie in te schakelen dat is bedoeld voor gebruik in noodsituaties.

TOELICHTING
Het woord noodschakeling kan zowel een nooduitschakeling als een noodinschakeling aanduiden.