Rubriek 713 - Meubilair

713.1 - Onderwerp, toepassingsgebied en fundamentele uitgangspunten

713.1.1

De bepalingen van deze rubriek hebben betrekking op elektrische installaties in meubilair (en dergelijke) die zijn aangesloten op de vaste installatie.
Voorbeelden hiervan zijn bedden, kasten, schrijfbureaus en vitrinekasten waarin elektrisch materieel is geïnstalleerd zoals verlichtingsarmaturen, contactdozen, schakelaars en leidingsystemen.

De bepalingen van deze rubriek hebben betrekking op meubilair dat al dan niet vast is aangesloten op de vaste installatie, tenzij voor dit meubilair andere normen van toepassing zijn. Het meubilair kan al dan niet zijn geprefabriceerd.

Elektrisch materieel in meubilair moet zijn aangesloten op een eenfasig stroomstelsel met een nominale spanning van ten hoogste 240 V. De totale belastingsstroom mag niet meer dan 16 A bedragen.

De bepalingen hebben geen betrekking op ingebouwd materieel:

  1. dat speciaal voor inbouw in meubilair is ontworpen,
  2. waarvoor andere normen van toepassing zijn en
  3. dat op de vaste installatie is aangesloten door middel van stopcontacten.

Voorbeelden van dergelijk materieel zijn radio's, televisietoestellen, koelkasten en laboratoriumtafels.

Voor speciale ruimten kunnen aanvullende eisen van toepassing zijn.

713.2 - Termen en definities

713.27.101 - Meubilair (toelichting)

Al dan niet verplaatsbare voorwerpen bestemd voor gebruik tijdens werk of vrijetijdsbesteding in een huishoudelijke, bedrijfs- of industriële omgeving.
Voorbeelden zijn schrijfbureaus, stoelen, tafels, werkbanken, kasten, vitrinekasten en bedden.

713.5 - Keuze en installatie van elektrisch materieel

713.51 - Algemene bepalingen (toelichting)

Elektrisch materieel in meubilair moet in overeenstemming met de uitwendige omstandigheden zijn gekozen en aangebracht. Dit geldt met name voor de mechanische belasting en het brandgevaar.

713.52 - Keuze en installatie van leidingsystemen

713.52.1 - Verbinding tussen de vaste installatie en het meubilair

Meubilair moet of vast of door middel van een stopcontact zijn aangesloten op de vaste installatie.

713.52.2 - Keuze van het leidingsysteem (toelichting)

Voor leidingen voor het aansluiten van meubilair mogen alleen zijn toegepast:

  1. voor vaste aansluiting:
    1. vinyldraden [H07V-U (VD), H07V-R (VD), H07V-K (VDf), H07V3-U (VD-40°C), H07V3-R (VD-40°C), H07V3-K (VDf-40°C), H07V2-U (VD90°C), H07V2-R (VD90°C), H07V2-K (VDf90°C)];
    2. halogeenvrije draden [H07Z-U (YD), H07Z-R (YD), H07Z-K (YDf)];
    3. hittevaste draden [H07G-U (GD), H07G-R (GD), H07G-K (GDf), H05SJ-K (JSDf)];
    4. kabels en hulpstroomkabels [VMvK, XMvK, VO-VMvKas, VG-VMvKas, YMvK, YMvKmb, VO-YMvKas, VO-YMvKasmb, VG-YMvKas, VG-YMvKasmb, GPLK, V-GPLK];
    5. halogeenvrije moeilijk brandbare kabels [YMz1Kmbzh, Z1O-YMz1Kasmbzh, Z1G-YMz1Kasmbzh];
    6. EMC-afgeschermde kabels [YMvKafas, YMvKafasmb, YMz1Kafasmbzh, V-YMvKafas, V-YMvKafasmb, VS-YMvKafasmb, Z1-YMz1Kafasmbzh, VS-YMvKafas];
    7. met bovengenoemde soorten onder de voorhanden omstandigheden gelijk te stellen leidingen.
  2. voor aansluiting door middel van een stopcontact:
    1. snoeren, mantelsnoeren of mantelleidingen volgens NEN 3621 of NEN 3622;
    2. met bovengenoemde soorten onder de voorhanden omstandigheden gelijk te stellen leidingen.

Leidingen in het meubilair die onderhevig zijn aan bewegingen en trillingen moeten snoeren, mantelsnoeren of mantelleidingen zijn volgens NEN 3621 of NEN 3622.

713.52.3 - Kerndoorsnede van leidingen

Kernmateriaal moet van koper zijn en een nominale doorsnede hebben van ten minste 1,5 mm².

Voor buigzame leidingen met koperen aders zijn kleinere nominale kerndoorsneden toelaatbaar, mits:

  1. de nominale kerndoorsnede ten minste 0,75 mm² is,
  2. geen contactdozen zijn aangesloten op deze leidingen en
  3. de desbetreffende leiding een lengte heeft van ten hoogste 10 m.

713.52.4 - Installatiemethoden van leidingsystemen

Leidingen moeten doelmatig zijn beschermd tegen beschadiging. Zij moeten betrouwbaar zijn bevestigd aan het meubilair of zijn aangebracht in:

  1. kabelkanalen,
  2. kabelgoten,
  3. buizen of
  4. omhulsels die in de constructie van het meubilair zijn geïntegreerd.

Leidingen moeten tegen trek- en torsiekrachten zijn beschermd. Trekontlasting moet zijn aangebracht op de plaats waar leidingen in het meubilair worden ingevoerd en in de nabijheid van aansluitpunten.

713.52.5 - Keuze van bijbehoren voor leidingen

Bijbehoren voor leidingen moet voldoen aan het bepaalde in IEC 60670 ten aanzien van dozen bestemd voor gebruik in holle wanden. Dit houdt onder andere in dat bijbehoren van leidingen:

  1. een grote mechanische sterkte heeft,
  2. vast moet zijn aangebracht in het meubilair,
  3. een thermische bestendigheid heeft die voldoet aan NEN 10695-2-1/1 (850 °C voor gloeidraadbeproeving) en
  4. een beschermingsgraad heeft van IP3X.

713.55 - Overig elektrisch materieel

713.55.1 - Verlichtingsarmaturen en ander elektrisch materieel

Verlichtingsarmaturen en ander elektrisch materieel moet zijn gekozen en aangebracht volgens 713.55.1.1 tot en met 713.55.1.3.

713.55.1.1

De temperatuur veroorzaakt door verlichtingsarmaturen en ander elektrisch materieel mag de volgende waarden niet overschrijden:

  1. tijdens normaal gebruik: 90 °C en
  2. tengevolge van een fout: 115 °C.

Tevens moeten de door de fabrikant gegeven aanwijzingen betreffende de juiste montage en de veilige afstand tot brandbaar materiaal zijn uitgevoerd.

713.55.1.2

Op of nabij in meubilair aangebrachte verlichtingsarmaturen moet het maximaal toegelaten vermogen van de lamp zijn aangegeven voorzover de constructie van het armatuur de installatie van een lamp met een groter vermogen niet verhindert.

713.55.1.3

Als de door elektrisch materieel uitgestraalde warmte in staat is om in afgesloten ruimten in meubilair zodanige temperaturen te veroorzaken dat hierdoor brand kan ontstaan, moet een schakelaar worden aangebracht die het materieel op betrouwbare wijze uitschakelt indien die ruimte wordt afgesloten. Deze schakelaar moet worden bediend door de deur of ander afsluitend deel van het meubilair.
Dit komt bijvoorbeeld voor bij armaturen die zijn aangebracht in een opklapbed.