Hoofdstuk 9.51 - Algemene bepalingen

9.514 - Aanduiding

9.514.2 - Leidingen

9.514.2.101 (toelichting)

In installaties van vóór 1970 mogen de kleuren van geïsoleerde draden en aders als volgt zijn:

a) beschermingsleidingen (PE, PU, PEN) groen-geel, grijs of wit;
b) nul rood;
c) fasedraden zwart of anders, maar niet grijs, wit of rood;
d) faseaders zwart of anders, maar niet grijs, wit of rood;
e) schakeldraden zwart of anders, maar niet grijs, wit of rood;
f) schakeladers zwart of anders, maar niet grijs, wit of rood;
g) aders van hulpstroomleidingen zwart of anders, maar niet grijs, wit of rood.