De in deze bijlage gepresenteerde methode om de hoogst toelaatbare stromen van leidingen te bepalen wijkt in belangrijke mate af van die in NEN 1010:1988. Hieronder volgt de meest logische volgorde van stappen die u kunt nemen:
Basisinstallatiemethode | Tabel en kolom | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Toelaatbare stroom in enkelvoudige stroomketens met isolatiemateriaal van: | Reductiefactor voor | ||||||||
PVC-isolatie | XLPE/EPR-isolatie | Minerale isolatie | Omgevingstemperatuur | Verzameling van leidingen | |||||
2 aders | 3 aders | 2 aders | 3 aders | 1, 2 en 3 aders | |||||
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | |
![]() |
Installatiedraad in buis aangebracht in thermisch geïsoleerde wand | A1 | 52-C1 Kol.2 | 52-C3 Kol.2 | 52-C2 Kol.2 | 52-C4 Kol.2 | 52-D1 | 52-E1 | |
![]() |
Meeraderige kabel in buis aangebracht in thermisch geïsoleerde wand | A2 | 52-C1 Kol.3 | 52-C3 Kol.3 | 52-C2 Kol.3 | 52-C4 Kol.3 | 52-D1 | 52-E1 | |
![]() |
Installatiedraad in buis aangebracht tegen een houten wand | B1 | 52-C1 Kol.4 | 52-C3 Kol.4 | 52-C2 Kol.4 | 52-C4 Kol.4 | 52-D1 | 52-E1 | |
![]() |
Meeraderige kabel in buis aangebracht tegen een houten wand | B2 | 52-C1 Kol.5 | 52-C3 Kol.5 | 52-C2 Kol.5 | 52-C4 Kol.5 | 52-D1 | 52-E1 | |
![]() |
Één- of meeraderige kabel aangebracht tegen een houten wand | C | 52-C1 Kol.6 | 52-C3 Kol.6 | 52-C2 Kol.6 | 52-C4 Kol.6 | 70 °C mantel 52-C5 | 52-D1 | 52-E1 |
105 °C mantel 52-C6 | |||||||||
![]() |
Meeraderige kabel in kokers aangebracht in de grond | D1) 2) | 52-C1 Kol.7 | 52-C3 Kol.7 | 52-C2 Kol.7 | 52-C4 Kol.7 | 52-D2 | 52-E3 | |
![]() |
Meeraderige kabel in de vrije lucht Afstand tot een wand niet kleiner dan 0,3 maal de kabelmiddellijn De |
E | koper 52-C9 | koper 52-C11 | 70 °C mantel 52-C7 | 52-D1 | 52-E1 | ||
aluminium 52-C10 | aluminium 52-C12 | 105 °C mantel 52-C8 | |||||||
![]() |
Tegen elkaar gelegde éénaderige kabels in de vrije lucht Afstand tot een wand niet kleiner dan 1 maal de kabelmiddellijn De |
F | koper 52-C9 | koper 52-C11 | 70 °C mantel 52-C7 | 52-D1 | 52-E1 | ||
aluminium 52-C10 | aluminium 52-C12 | 105 °C mantel 52-C8 | |||||||
![]() |
Op afstand gelegde éénaderige kabels in de vrije lucht Onderlinge afstand van kabels en afstand tot wand niet kleiner dan 1 maal de kabelmiddellijn De |
G | koper 52-C9 | koper 52-C11 | 70 °C mantel 52-C7 | 52-D1 | |||
aluminium 52-C10 | aluminium 52-C12 | 105 °C mantel 52-C8 | |||||||
1) Reductiefactoren voor de warmteweerstandscoëfficiënt van de grond afwijkend van 2,5 K·m/W zijn opgenomen in tabel 52-D3. 2) Reductiefactoren voor meer dan één stroomketen met direct in de grond gelegde kabels zijn opgenomen in tabel 52-E2. |
Nr. | Installatiemethoden | Omschrijving | Verwijzing naar basisinstallatiemethoden (Zie tabel 52-B1) |
---|---|---|---|
1 | 2 | 3 | 4 |
1 | ![]() |
Installatiedraad of éénaderige kabel in buis aangebracht in thermisch geïsoleerde wand1) | A1 |
2 | ![]() |
Meeraderige kabel in buis aangebracht in thermisch geïsoleerde wand1) 3) | A2 |
3 | ![]() |
Installatiedraad of éénaderige kabel in buis gemonteerd tegen een houten of gemetselde wand of op een afstand kleiner dan 0,3 maal de middellijn van de buis | B1 |
4 | ![]() |
Meeraderige kabel in buis gemonteerd tegen houten of gemetselde wand of op een afstand kleiner dan 0,3 maal de middellijn van de buis | B2 |
5 | ![]() |
Installatiedraad of éénaderige kabel in kabelkoker aangebracht tegen een houten wand, gemetselde of betonnen muur | B1 |
6 | ![]() |
Meeraderige kabel in kabelkoker aangebracht tegen een houten wand, gemetselde of betonnen muur | [In bewerking]4) |
7 | ![]() |
Installatiedraad of éénaderige kabel in buis aangebracht in metselwerk of beton2) | B1 |
8 | ![]() |
Meeraderige kabel in buis aangebracht in metselwerk of beton2) | B2 |
11 | ![]() |
Één- of meeraderige kabel aangebracht: - tegen een houten wand of - op een afstand kleiner dan 0,3 maal de kabelmiddellijn van een houten wand. | C |
12 | ![]() |
Één- of meeraderige kabel aangebracht tegen een houten plafond | C met nr. 3 van tabel 52-E1 |
13 | ![]() |
Één- of meeraderige kabel aangebracht op afstand tegen een plafond | [In bewerking] |
14 | ![]() |
Één- of meeraderige kabel aangebracht op ongeperforeerde kabelbaan | C met nr. 2 van tabel 52-E15) |
15 | ![]() |
Één- of meeraderige kabel aangebracht op geperforeerde kabelbaan horizontaal of verticaal gemonteerd | E of F met nr. 4 van tabel 52-E15) 6) |
16 |
![]() ![]() |
Één- of meeraderige kabel aangebracht op horizontaal of verticaal gemonteerde kabelsteunen of op gaas | E en F |
17 | ![]() |
Één- of meeraderige kabel m.b.v. klampen gemonteerd op een afstand groter dan 0,3 maal de kabelmiddellijn van een muur | E en F met nr. 4 of 5 van tabel 52-E1 of G5) 6) |
18 | ![]() |
Één- of meeraderige kabel aangebracht op een kabelladder | E en F |
19 | ![]() |
Één- of meeraderige kabel opgehangen aan een afzonderlijke spandraad of met een in de kabel geïntegreerde spandraad | E of F |
20 | ![]() |
Al dan niet geïsoleerde draad op isolatoren | G |
21 | ![]() |
Één- of meeraderige kabel aangebracht in een holte van vloer, wand of plafond6) 7) 8) | B1 (5 De ≤ V < 50 De) B2 (1,5 De ≤ V < 5 De) |
22 | ![]() |
Installatiedraad in buis aangebracht in een holte van vloer, wand of plafond6) 7) 9) | B1 (20 De ≤ V) B2 (1,5 De ≤ V < 20 De) |
23 | ![]() |
Één- of meeraderige kabel in buis aangebracht in een holte van vloer, wand of plafond6 7) 9) | [In bewerking] |
24 | ![]() |
Installatiedraad of éénaderige kabel in kabelkoker aangebracht in een holte van vloer, wand of plafond6) 7) 9) | B1 (20 De ≤ V) B2 (1,5 De ≤ V < 20 De) |
25 | ![]() |
Meeraderige kabel in kabelkoker aangebracht in een holte van vloer, wand of plafond6) 7) 9) | [In bewerking] |
26 | ![]() |
Installatiedraad of éénaderige kabel in kabelkoker aangebracht in metselwerk of beton met een warmteweerstandscoëfficiënt kleiner dan of gelijk aan 2 K·m/W6) 7) 8) | B1 (5 De ≤ V < 50 De) B2 (1,5 De ≤ V < 5 De) |
27 | ![]() |
Meeraderige kabel in kabelkoker aangebracht in metselwerk of beton met een warmteweerstandscoëfficiënt kleiner dan of gelijk aan 2 K·m/W6) 7) 8) | [In bewerking] |
28 | ![]() |
Één- of meeraderige kabel aangebracht in ruimte: - boven verlaagd plafond, - onder zwevende vloer7) 8) |
B1 (5 De ≤ V < 50 De) B2 (1,5 De ≤ V < 5 De) |
31 | ![]() |
Installatiedraad of éénaderige kabel in horizontaal lopende kabelgoten aangebracht tegen een houten wand10) | B1 |
32 | ![]() |
Installatiedraad of éénaderige kabel in verticaal lopende kabelgoten aangebracht tegen een houten wand6) 10) | B1 |
33 | ![]() |
Meeraderige kabel in horizontaal lopende kabelgoten aangebracht tegen een houten wand10) | [In bewerking]4) |
34 | ![]() |
Meeraderige kabel in verticaal lopende kabelgoten aangebracht tegen een houten wand6) 10) | [In bewerking]4) |
35 | ![]() |
Installatiedraad of éénaderige kabel in kabelgoot, verzonken in de vloer | B1 |
36 | ![]() |
Meeraderige kabel in kabelgoot, verzonken in de vloer | B2 |
37 | ![]() |
Installatiedraad of éénaderige kabel aangebracht in opgehangen kabelgoot10) | B1 |
38 | ![]() |
Meeraderige kabel aangebracht in opgehangen kabelgoot10) | B2 |
41 | ![]() |
Installatiedraad of éénaderige kabel in buis, aangebracht in een horizontaal of verticaal lopend, ongeventileerd kabelkanaal6) 12) | B1 (20 De ≤ V) B2 (1,5 De ≤ V < 20 De) |
42 | ![]() |
Installatiedraad of éénaderige kabel in buis aangebracht in een open of geventileerd kabelkanaal in de vloer11) 13) | B1 |
43 | ![]() |
Meeraderige kabel in een horizontaal of verticaal lopend, open of geventileerd, kabelkanaal13) | B1 |
51 | ![]() |
Meeraderige kabel direct aangebracht en bevestigd in een thermisch geïsoleerde wand18) | A1 |
52 | ![]() |
Één- of meeraderige kabel direct en zonder aanvullende mechanische bescherming aangebracht in metselwerk of beton dat een warmteweerstandscoëfficiënt heeft kleiner dan of gelijk aan 2 K·m/W18) | C |
53 | ![]() |
Één- of meeraderige kabel direct en met aanvullende mechanische bescherming aangebracht in metselwerk of beton dat een warmteweerstandscoëfficiënt heeft kleiner dan of gelijk aan 2 K·m/W | C |
61 | ![]() |
Meeraderige kabel in kabelkoker of buis aangebracht in de grond16) | D |
62 | ![]() |
Éénaderige kabel in kabelkoker of buis aangebracht in de grond16) | D |
63 | ![]() |
Één- of meeraderige kabel direct in de grond gelegd zonder aanvullende bescherming14) 15) 16) | D |
64 | ![]() |
Één- of meeraderige kabel direct in de grond gelegd met aanvullende bescherming14) 15) 16) | D |
71 | ![]() |
Installatiedraad of éénaderige kabel in speciaal ontworpen systeemprofiel17) | A1 |
72 | ![]() |
Installatiedraad of éénaderige kabel aangebracht in plintgoot | B1 |
73 | ![]() |
Meeraderige kabel aangebracht in plintgoot | B2 |
74 | ![]() |
Installatiedraad in buis of één- of meeraderige kabel aangebracht in deurkozijnen17) N.B. Zie ook de bepalingen 522.8.1 en 8.413.1.1.2 |
A1 |
75 | ![]() |
Installatiedraad in buis of één- of meeraderige kabel aangebracht in raamkozijnen17) N.B. Zie ook de bepalingen 522.8.1 en 8.413.1.1.2 |
A1 |
76 | ![]() |
Installatiedraad of éénaderige kabel in kabelgoten, verzonken in de wand | B1 |
77 | ![]() |
Meeraderige kabel in kabelgoten, verzonken in de wand | B2 |
81 | ![]() |
Één- of meeraderige kabels in water | [In bewerking] |
1) De binnenkant van de wand bezit een warmteoverdrachtscoëfficiënt van niet minder dan 10 W/K·m². 2) De warmteweerstandscoëfficiënt van metselwerk of beton is niet groter dan 2 K·m/W. 3) Voor meeraderige kabel direct aangebracht in een thermisch geïsoleerde wand zie nr. 51. 4) De waarden van basisinstallatiemethode B2 mogen worden toegepast. 5) Voor bepaalde toepassingen is het beter specifieke factoren toe te passen; bijv. die uit tabel 52-E4 en 52-E5, zie bepaling 523.4.2. 6) Speciale aandacht moet worden besteed aan verticaal aangebrachte kabels waarbij de ventilatie beperkt is. Bovenaan de kabels kan de omgevingstemperatuur aanzienlijk oplopen. [In bewerking] 7) V is: - de kleinste afmeting of de middellijn van een gemetselde of betonnen holte of kanaal of - de diepte van een rechthoekig kanaal in vloer of plafond of tussen plafond en verlaagd plafond. 8) De is de uitwendige middellijn van een meeraderige kabel, - 2,2 maal de uitwendige middellijn van een éénaderige kabel als drie van deze kabels in driehoek gelegd zijn, of - 3 maal de uitwendige middellijn van een éénaderige kabel als drie van deze kabels naast elkaar zijn gelegd. 9) De is de uitwendige middellijn van een buis of de diepte van een kabelkoker. 10) De aangegeven waarden voor de installatiemethoden B1 en B2 in tabellen 52-C1 tot en met 52-C4 gelden voor enkelvoudige stroomketens. Als er meer dan één stroomketen is aangebracht in een kabelgoot moeten, ongeacht de aanwezigheid van een inwendige afscheiding, de reductiefactoren worden gebruikt uit tabel 52-E1. 11) Voor meeraderige kabel geïnstalleerd volgens methode 42 moeten de waarden worden gebruikt volgens basisinstallatiemethode B2. 12) De is de uitwendige middellijn van de buis; V is de inwendige diepte van het kanaal. De diepte van een kanaal is belangrijker dan de breedte. 13) Het wordt aanbevolen om deze installatiemethode alleen te gebruiken in ruimten waar de toegang beperkt is tot daartoe geautoriseerde personen zodat kan worden voorkomen dat door opeenhoping van vuil de toelaatbare stroom vermindert en brandgevaar ontstaat. 14) De vergelijking van direct in de grond gelegde kabels met in de grond gelegde kabels in buis of kabelkoker is redelijk als de grond een warmteweerstandscoëfficiënt heeft die in de orde van grootte van 2,5 K·m/W is. Als de warmteweerstandscoëfficiënt van de grond lager is hebben kabels die direct in de grond zijn gelegd een toelaatbare stroom die aanzienlijk hoger is dan die voor kabels in buis of kabelkokers aangebracht in de grond (zie ook tabel 52-D3). 15) Voor kabels, direct gelegd in de grond, is ook uitgegaan van ligging op een sleufdiepte van ten minste 0,70 m. 16) Variatie van de ligging op een sleufdiepte tussen 0,50 m tot 0,90 m heeft een verwaarloosbare invloed op de toelaatbare stroom. 17) De warmtegeleidingscoëfficiënt van de omhulling wordt verondersteld laag te zijn door de aard van de gebruikte materialen en de mogelijk aanwezige luchtruimten. Als de constructie thermisch vergelijkbaar is met de installatiemethoden nr. 31 of nr. 32 kunnen de basisinstallatiemethoden B1 of B2 worden toegepast. 18) Zie blad 21 van NPR 5310. |
Isolatiemateriaal: | PVC |
Aantal belaste aders: | 2 |
Kernmateriaal: | koper of aluminium |
Hoogst toelaatbare kerntemperatuur: | 70 °C |
Omgevingstemperatuur: |
30 °C in lucht; 20 °C in grond |
Kerndoorsnede mm² | Installatiemethoden genoemd in tabel 52-B1 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
A1 | A2 | B1 | B2 | C | D | |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 |
koper | ||||||
1,5 | 14,5 | 14 | 17,5 | 16,5 | 19,5 | 22 |
2,5 | 19,5 | 18,5 | 24 | 23 | 27 | 29 |
4 | 26 | 25 | 32 | 30 | 36 | 38 |
6 | 34 | 32 | 41 | 38 | 46 | 47 |
10 | 46 | 43 | 57 | 52 | 63 | 63 |
16 | 61 | 57 | 76 | 69 | 85 | 81 |
25 | 80 | 75 | 101 | 90 | 112 | 104 |
35 | 99 | 92 | 125 | 111 | 138 | 125 |
50 | 119 | 110 | 151 | 133 | 168 | 148 |
70 | 151 | 139 | 192 | 168 | 213 | 183 |
95 | 182 | 167 | 232 | 201 | 258 | 216 |
120 | 210 | 192 | 269 | 232 | 299 | 246 |
150 | 240 | 219 | 309 | 265 | 344 | 278 |
185 | 273 | 248 | 353 | 300 | 392 | 312 |
240 | 321 | 291 | 415 | 351 | 461 | 361 |
300 | 367 | 334 | 477 | 401 | 530 | 408 |
aluminium | ||||||
2,5 | 15 | 14,5 | 18,5 | 17,5 | 21 | 22 |
4 | 20 | 19,5 | 25 | 24 | 28 | 29 |
6 | 26 | 25 | 32 | 30 | 36 | 36 |
10 | 36 | 33 | 44 | 41 | 49 | 48 |
16 | 48 | 44 | 60 | 54 | 66 | 62 |
25 | 63 | 58 | 79 | 71 | 83 | 80 |
35 | 77 | 71 | 97 | 86 | 103 | 96 |
50 | 93 | 86 | 118 | 104 | 125 | 113 |
70 | 118 | 108 | 150 | 131 | 160 | 140 |
95 | 142 | 130 | 181 | 157 | 195 | 166 |
120 | 164 | 150 | 210 | 181 | 226 | 189 |
150 | 189 | 172 | 241 | 206 | 261 | 213 |
185 | 215 | 195 | 275 | 234 | 298 | 240 |
240 | 252 | 229 | 324 | 274 | 352 | 277 |
300 | 289 | 263 | 372 | 313 | 406 | 313 |
Toelichting: In de kolommen 3, 5, 6 en 7 is voor kerndoorsneden tot en met 16 mm² uitgegaan van ronde kernen. Voor grotere kerndoorsneden is uitgegaan van sectorvormige kernen; de vermelde waarden mogen ook voor ronde kernen worden toegepast. |
Isolatiemateriaal: | XLPE of EPR |
Aantal belaste aders: | 2 |
Kernmateriaal: | koper of aluminium |
Hoogst toelaatbare kerntemperatuur: | 90 °C |
Omgevingstemperatuur: |
30 °C in lucht; 20 °C in grond |
Kerndoorsnede mm² | Installatiemethoden genoemd in tabel 52-B1 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
A1 | A2 | B1 | B2 | C | D | |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 |
koper | ||||||
1,5 | 19 | 18,5 | 23 | 22 | 24 | 26 |
2,5 | 26 | 25 | 31 | 30 | 33 | 34 |
4 | 35 | 33 | 42 | 40 | 45 | 44 |
6 | 45 | 42 | 54 | 51 | 58 | 56 |
10 | 61 | 57 | 75 | 69 | 80 | 73 |
16 | 81 | 76 | 100 | 91 | 107 | 95 |
25 | 106 | 99 | 133 | 119 | 138 | 121 |
35 | 131 | 121 | 164 | 146 | 171 | 146 |
50 | 158 | 145 | 198 | 175 | 209 | 173 |
70 | 200 | 183 | 253 | 221 | 269 | 213 |
95 | 241 | 220 | 306 | 265 | 328 | 252 |
120 | 278 | 253 | 354 | 305 | 382 | 287 |
150 | 318 | 290 | 407 | 349 | 441 | 324 |
185 | 362 | 329 | 464 | 395 | 506 | 363 |
240 | 424 | 386 | 546 | 462 | 599 | 419 |
300 | 486 | 442 | 628 | 529 | 693 | 474 |
aluminium | ||||||
2,5 | 20 | 19,5 | 25 | 23 | 26 | 26 |
4 | 27 | 26 | 33 | 31 | 35 | 34 |
6 | 35 | 33 | 43 | 40 | 45 | 42 |
10 | 48 | 45 | 59 | 54 | 62 | 56 |
16 | 64 | 60 | 79 | 72 | 84 | 73 |
25 | 84 | 78 | 105 | 94 | 101 | 93 |
35 | 103 | 96 | 130 | 115 | 126 | 112 |
50 | 125 | 115 | 157 | 138 | 154 | 132 |
70 | 158 | 145 | 200 | 175 | 198 | 163 |
95 | 191 | 175 | 242 | 210 | 241 | 193 |
120 | 220 | 201 | 281 | 242 | 280 | 220 |
150 | 253 | 230 | 323 | 277 | 324 | 249 |
185 | 288 | 262 | 368 | 314 | 371 | 279 |
240 | 338 | 307 | 433 | 368 | 439 | 322 |
300 | 387 | 352 | 499 | 421 | 508 | 364 |
Toelichting: In de kolommen 3, 5, 6 en 7 is voor kerndoorsneden tot en met 16 mm² uitgegaan van ronde kernen. Voor grotere kerndoorsneden is uitgegaan van sectorvormige kernen; de vermelde waarden mogen ook voor ronde kernen worden toegepast. |
Isolatiemateriaal: | PVC |
Aantal belaste aders: | 3 |
Kernmateriaal: | koper of aluminium |
Hoogst toelaatbare kerntemperatuur: | 70 °C |
Omgevingstemperatuur: |
30 °C in lucht; 20 °C in grond |
Kerndoorsnede mm² | Installatiemethoden genoemd in tabel 52-B1 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
A1 | A2 | B1 | B2 | C | D | |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 |
koper | ||||||
1,5 | 13,5 | 13 | 15,5 | 15 | 17,5 | 18 |
2,5 | 18 | 17,5 | 21 | 20 | 24 | 24 |
4 | 24 | 23 | 28 | 27 | 32 | 31 |
6 | 31 | 29 | 36 | 34 | 41 | 39 |
10 | 42 | 39 | 50 | 46 | 57 | 52 |
16 | 56 | 52 | 68 | 62 | 76 | 67 |
25 | 73 | 68 | 89 | 80 | 96 | 86 |
35 | 89 | 83 | 110 | 99 | 119 | 103 |
50 | 108 | 99 | 134 | 118 | 144 | 122 |
70 | 136 | 125 | 171 | 149 | 184 | 151 |
95 | 164 | 150 | 207 | 179 | 223 | 179 |
120 | 188 | 172 | 239 | 206 | 259 | 203 |
150 | 216 | 196 | 275 | 236 | 299 | 230 |
185 | 245 | 223 | 314 | 268 | 341 | 258 |
240 | 286 | 261 | 370 | 313 | 403 | 297 |
300 | 328 | 298 | 426 | 358 | 464 | 336 |
aluminium | ||||||
2,5 | 14 | 13,5 | 16,5 | 15,5 | 18,5 | 18,5 |
4 | 18,5 | 17,5 | 22 | 21 | 25 | 24 |
6 | 24 | 23 | 28 | 27 | 32 | 30 |
10 | 32 | 31 | 39 | 36 | 44 | 40 |
16 | 43 | 41 | 53 | 48 | 59 | 52 |
25 | 57 | 53 | 70 | 62 | 73 | 66 |
35 | 70 | 65 | 86 | 77 | 90 | 80 |
50 | 84 | 78 | 104 | 92 | 110 | 94 |
70 | 107 | 98 | 133 | 116 | 140 | 117 |
95 | 129 | 118 | 161 | 139 | 170 | 138 |
120 | 149 | 135 | 186 | 160 | 197 | 157 |
150 | 170 | 155 | 214 | 183 | 227 | 178 |
185 | 194 | 176 | 245 | 208 | 259 | 200 |
240 | 227 | 207 | 288 | 243 | 305 | 230 |
300 | 261 | 237 | 331 | 278 | 351 | 260 |
Toelichting: In de kolommen 3, 5, 6 en 7 is voor kerndoorsneden tot en met 16 mm² uitgegaan van ronde kernen. Voor grotere kerndoorsneden is uitgegaan van sectorvormige kernen; de vermelde waarden mogen ook voor ronde kernen worden toegepast. |
Isolatiemateriaal: | XLPE of EPR |
Aantal belaste aders: | 3 |
Kernmateriaal: | koper of aluminium |
Hoogst toelaatbare kerntemperatuur: | 90 °C |
Omgevingstemperatuur: |
30 °C in lucht; 20 °C in grond |
Kerndoorsnede mm² | Installatiemethoden genoemd in tabel 52-B1 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
A1 | A2 | B1 | B2 | C | D | |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 |
koper | ||||||
1,5 | 17 | 16,5 | 20 | 19,5 | 22 | 22 |
2,5 | 23 | 22 | 28 | 26 | 30 | 29 |
4 | 31 | 30 | 37 | 35 | 40 | 37 |
6 | 40 | 38 | 48 | 44 | 52 | 46 |
10 | 54 | 51 | 66 | 60 | 71 | 61 |
16 | 73 | 68 | 88 | 80 | 96 | 79 |
25 | 95 | 89 | 117 | 105 | 119 | 101 |
35 | 117 | 109 | 144 | 128 | 147 | 122 |
50 | 141 | 130 | 175 | 154 | 179 | 144 |
70 | 179 | 164 | 222 | 194 | 229 | 178 |
95 | 216 | 197 | 269 | 233 | 278 | 211 |
120 | 249 | 227 | 312 | 268 | 322 | 240 |
150 | 285 | 259 | 358 | 307 | 371 | 271 |
185 | 324 | 295 | 408 | 348 | 424 | 304 |
240 | 380 | 346 | 481 | 407 | 500 | 351 |
300 | 435 | 396 | 553 | 465 | 576 | 396 |
aluminium | ||||||
2,5 | 19 | 18 | 22 | 21 | 24 | 22 |
4 | 25 | 24 | 29 | 28 | 32 | 29 |
6 | 32 | 31 | 38 | 35 | 41 | 36 |
10 | 44 | 41 | 52 | 48 | 57 | 47 |
16 | 58 | 55 | 71 | 64 | 76 | 61 |
25 | 76 | 71 | 93 | 84 | 90 | 78 |
35 | 94 | 87 | 116 | 103 | 112 | 94 |
50 | 113 | 104 | 140 | 124 | 136 | 112 |
70 | 142 | 131 | 179 | 156 | 174 | 138 |
95 | 171 | 157 | 217 | 188 | 211 | 164 |
120 | 197 | 180 | 251 | 216 | 245 | 186 |
150 | 226 | 206 | 289 | 248 | 283 | 210 |
185 | 256 | 233 | 330 | 281 | 323 | 236 |
240 | 300 | 273 | 389 | 329 | 382 | 272 |
300 | 344 | 313 | 447 | 377 | 440 | 308 |
Toelichting: In de kolommen 3, 5, 6 en 7 is voor kerndoorsneden tot en met 16 mm² uitgegaan van ronde kernen. Voor grotere kerndoorsneden is uitgegaan van sectorvormige kernen; de vermelde waarden mogen ook voor ronde kernen worden toegepast. |
Isolatiemateriaal: | mineraal |
Kernmateriaal: | koper |
Mantelmateriaal: | koper; met of zonder PVC buitenmantel1) |
Situatie: | aanraakbaar |
Temperatuur metalen mantel: | 70 °C |
Omgevingstemperatuur: | 30 °C |
Kerndoorsnede mm² | Aantal en configuratie van leidingen voor installatiemethode C genoemd in tabel 52-B1 | ||
---|---|---|---|
Twee belaste aders | Drie belaste aders | ||
Één- of tweeaderige kabel | Meeraderige kabel of éénaderige kabel in driehoek-configuratie | Éénaderige kabel tegen elkaar gelegd in één laag | |
![]() |
![]() |
![]() |
|
1 | 2 | 3 | 4 |
500 V | |||
1,5 | 23 | 19 | 21 |
2,5 | 31 | 26 | 29 |
4 | 40 | 35 | 38 |
750 V | |||
1,5 | 25 | 21 | 23 |
2,5 | 34 | 28 | 31 |
4 | 45 | 37 | 41 |
6 | 57 | 48 | 52 |
10 | 77 | 65 | 70 |
16 | 102 | 86 | 92 |
25 | 133 | 112 | 120 |
35 | 163 | 137 | 147 |
50 | 202 | 169 | 181 |
70 | 247 | 207 | 221 |
95 | 296 | 249 | 264 |
120 | 340 | 286 | 303 |
150 | 388 | 327 | 346 |
185 | 440 | 371 | 392 |
240 | 514 | 434 | 457 |
1) Bij toepassing van kabels zonder PVC buitenmantel moeten de waarden met 0,9 worden vermenigvuldigd. | |||
Toelichting: Bij éénaderige kabels moeten per stroomketen de metalen mantels aan de einden met elkaar worden verbonden. |
Isolatiemateriaal: | mineraal |
Kernmateriaal: | koper |
Mantelmateriaal: | koper; zonder PVC buitenmantel |
Situatie: | niet aanraakbaar en niet in aanraking met brandbaar materiaal |
Temperatuur metalen mantel: | 105 °C |
Omgevingstemperatuur: | 30 °C |
Kerndoorsnede mm² | Aantal en configuratie van leidingen voor installatiemethode C1) genoemd in tabel 52-B1 | ||
---|---|---|---|
Twee belaste aders | Drie belaste aders | ||
Één- of tweeaderige kabel | Meeraderige kabel of éénaderige kabel in driehoek-configuratie | Éénaderige kabel tegen elkaar gelegd in één laag | |
![]() |
![]() |
![]() |
|
1 | 2 | 3 | 4 |
500 V | |||
1,5 | 28 | 24 | 27 |
2,5 | 38 | 33 | 36 |
4 | 51 | 44 | 47 |
750 V | |||
1,5 | 31 | 26 | 30 |
2,5 | 42 | 35 | 41 |
4 | 55 | 47 | 53 |
6 | 70 | 59 | 67 |
10 | 96 | 81 | 91 |
16 | 127 | 107 | 119 |
25 | 166 | 140 | 154 |
35 | 203 | 171 | 187 |
50 | 251 | 212 | 230 |
70 | 307 | 260 | 280 |
95 | 369 | 312 | 334 |
120 | 424 | 359 | 383 |
150 | 485 | 410 | 435 |
185 | 550 | 465 | 492 |
240 | 643 | 544 | 572 |
1) Installatiemethode C heeft in deze tabel betrekking op montage tegen een gemetselde of betonnen wand omdat de hoge temperatuur van de mantel ontoelaatbaar is voor een houten wand, indien geen aanvullende maatregelen zijn getroffen. | |||
Toelichting: Bij éénaderige kabels moeten per stroomketen de metalen mantels aan de einden met elkaar worden verbonden. |
Isolatiemateriaal: | mineraal |
Kernmateriaal: | koper |
Mantelmateriaal: | koper; met of zonder PVC buitenmantel1) |
Situatie: | aanraakbaar |
Temperatuur metalen mantel: | 70 °C |
Omgevingstemperatuur: | 30 °C |
Kerndoorsnede mm² | Aantal en configuratie van leidingen voor installatiemethoden E, F en G genoemd in tabel 52-B1 | ||||
---|---|---|---|---|---|
Twee belaste aders | Drie belaste aders | ||||
Één- of tweeaderige kabel | Meeraderige kabel of éénaderige kabel in driehoekconfiguratie | Éénaderige kabel in één laag | |||
Tegen elkaar | Op afstand | ||||
Verticaal | Horizontaal | ||||
E of F | E of F | F | G | G | |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 |
500 V | |||||
1,5 | 25 | 21 | 23 | 26 | 29 |
2,5 | 33 | 28 | 31 | 34 | 39 |
4 | 44 | 37 | 41 | 45 | 51 |
750 V | |||||
1,5 | 26 | 22 | 26 | 28 | 32 |
2,5 | 36 | 30 | 34 | 37 | 43 |
4 | 47 | 40 | 45 | 49 | 56 |
6 | 60 | 51 | 57 | 62 | 71 |
10 | 82 | 69 | 77 | 84 | 95 |
16 | 109 | 92 | 102 | 110 | 125 |
25 | 142 | 120 | 132 | 142 | 162 |
35 | 174 | 147 | 161 | 173 | 197 |
50 | 215 | 182 | 198 | 213 | 242 |
70 | 264 | 223 | 241 | 259 | 294 |
95 | 317 | 267 | 289 | 309 | 351 |
120 | 364 | 308 | 331 | 353 | 402 |
150 | 416 | 352 | 377 | 400 | 454 |
185 | 472 | 399 | 426 | 446 | 507 |
240 | 552 | 466 | 496 | 497 | 565 |
1) Bij toepassing van kabels zonder PVC buitenmantel moeten de waarden met 0,9 worden vermenigvuldigd. | |||||
Toelichting: 1. Bij éénaderige kabels moeten per stroomketen de metalen mantels aan de einden met elkaar worden verbonden. 2. De is de uitwendige middellijn van de kabel. |
Isolatiemateriaal: | mineraal |
Kernmateriaal: | koper |
Mantelmateriaal: | koper; zonder PVC buitenmantel |
Situatie: | niet aanraakbaar |
Temperatuur metalen mantel: | 105 °C |
Omgevingstemperatuur: | 30 °C |
Kerndoorsnede mm² | Aantal en configuratie van leidingen voor installatiemethoden E, F en G genoemd in tabel 52-B1 | ||||
---|---|---|---|---|---|
Twee belaste aders | Drie belaste aders | ||||
Één- of tweeaderige kabel | Meeraderige kabel of éénaderige kabel in driehoekconfiguratie | Éénaderige kabel in één laag | |||
Tegen elkaar | Op afstand | ||||
Verticaal | Horizontaal | ||||
E of F | E of F | F | G | G | |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 |
500 V | |||||
1,5 | 31 | 26 | 29 | 33 | 37 |
2,5 | 41 | 35 | 39 | 43 | 49 |
4 | 54 | 46 | 51 | 56 | 64 |
750 V | |||||
1,5 | 33 | 28 | 32 | 35 | 40 |
2,5 | 45 | 38 | 43 | 47 | 54 |
4 | 60 | 50 | 56 | 61 | 70 |
6 | 76 | 64 | 71 | 78 | 89 |
10 | 104 | 87 | 96 | 105 | 120 |
16 | 137 | 115 | 127 | 137 | 157 |
25 | 179 | 150 | 164 | 178 | 204 |
35 | 220 | 184 | 200 | 216 | 248 |
50 | 272 | 228 | 247 | 266 | 304 |
70 | 333 | 279 | 300 | 323 | 370 |
95 | 400 | 335 | 359 | 385 | 441 |
120 | 460 | 385 | 411 | 441 | 505 |
150 | 526 | 441 | 469 | 498 | 565 |
185 | 596 | 500 | 530 | 557 | 629 |
240 | 697 | 584 | 617 | 624 | 704 |
Toelichting: 1. Bij éénaderige kabels moeten per stroomketen de metalen mantels aan de einden met elkaar worden verbonden. 2. De is de uitwendige middellijn van de kabel. |
Isolatiemateriaal: | PVC |
Kernmateriaal: | koper |
Kerntemperatuur: | 70 °C |
Omgevingstemperatuur: | 30 °C |
Kerndoorsnede mm² | Installatiemethoden genoemd in tabel 52-B1 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Meeraderige kabel | Éénaderige kabel | ||||||
Twee belaste aders | Drie belaste aders | Twee belaste aders tegen elkaar | Drie belaste aders in driehoekconfiguratie | Drie belaste aders in één laag | |||
Tegen elkaar | Op afstand | ||||||
Horizontaal | Verticaal | ||||||
E | E | F | F | F | G | G | |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 |
1,5 | 22 | 18,5 | |||||
2,5 | 30 | 25 | |||||
4 | 40 | 34 | |||||
6 | 51 | 43 | |||||
10 | 70 | 60 | |||||
16 | 94 | 80 | |||||
25 | 119 | 101 | 131 | 110 | 114 | 146 | 130 |
35 | 148 | 126 | 162 | 137 | 143 | 181 | 162 |
50 | 180 | 153 | 196 | 167 | 174 | 219 | 197 |
70 | 232 | 196 | 251 | 216 | 225 | 281 | 254 |
95 | 282 | 238 | 304 | 264 | 275 | 341 | 311 |
120 | 328 | 276 | 352 | 308 | 321 | 396 | 362 |
150 | 379 | 319 | 406 | 356 | 372 | 456 | 419 |
185 | 434 | 364 | 463 | 409 | 427 | 521 | 480 |
240 | 514 | 430 | 546 | 485 | 507 | 615 | 569 |
300 | 593 | 497 | 629 | 561 | 587 | 709 | 659 |
400 | 754 | 656 | 689 | 852 | 795 | ||
500 | 868 | 749 | 789 | 982 | 920 | ||
630 | 1005 | 855 | 905 | 1138 | 1070 | ||
Toelichting: 1. In de tabel is voor kerndoorsneden tot en met 16 mm² uitgegaan van ronde kernen. Voor grotere kerndoorsneden is uitgegaan van sectorvormige kernen; de vermelde waarden mogen ook voor ronde kernen worden toegepast. 2. De is de uitwendige middellijn van de kabel. |
Isolatiemateriaal: | PVC |
Kernmateriaal: | aluminium |
Kerntemperatuur: | 70 °C |
Omgevingstemperatuur: | 30 °C |
Kerndoorsnede mm² | Installatiemethoden genoemd in tabel 52-B1 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Meeraderige kabel | Éénaderige kabel | ||||||
Twee belaste aders | Drie belaste aders | Twee belaste aders tegen elkaar | Drie belaste aders in driehoekconfiguratie | Drie belaste aders in één laag | |||
Tegen elkaar | Op afstand | ||||||
Horizontaal | Verticaal | ||||||
E | E | F | F | F | G | G | |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 |
2,5 | 23 | 19,5 | |||||
4 | 31 | 26 | |||||
6 | 39 | 33 | |||||
10 | 54 | 46 | |||||
16 | 73 | 61 | |||||
25 | 89 | 78 | 98 | 84 | 87 | 112 | 99 |
35 | 111 | 96 | 122 | 105 | 109 | 139 | 124 |
50 | 135 | 117 | 149 | 128 | 133 | 169 | 152 |
70 | 173 | 150 | 192 | 166 | 173 | 217 | 196 |
95 | 210 | 183 | 235 | 203 | 212 | 265 | 241 |
120 | 244 | 212 | 273 | 237 | 247 | 308 | 282 |
150 | 282 | 245 | 316 | 274 | 287 | 356 | 327 |
185 | 322 | 280 | 363 | 315 | 330 | 407 | 376 |
240 | 380 | 330 | 430 | 375 | 392 | 482 | 447 |
300 | 439 | 381 | 497 | 434 | 455 | 557 | 519 |
400 | 600 | 526 | 552 | 671 | 629 | ||
500 | 694 | 610 | 640 | 775 | 730 | ||
630 | 808 | 711 | 746 | 900 | 852 | ||
Toelichting: 1. In de tabel is voor kerndoorsneden tot en met 16 mm² uitgegaan van ronde kernen. Voor grotere kerndoorsneden is uitgegaan van sectorvormige kernen; de vermelde waarden mogen ook voor ronde kernen worden toegepast. 2. De is de uitwendige middellijn van de kabel. |
Isolatiemateriaal: | XLPE of EPR |
Kernmateriaal: | koper |
Kerntemperatuur: | 90 °C |
Omgevingstemperatuur: | 30 °C |
Kerndoorsnede mm² | Installatiemethoden genoemd in tabel 52-B1 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Meeraderige kabel | Éénaderige kabel | ||||||
Twee belaste aders | Drie belaste aders | Twee belaste aders tegen elkaar | Drie belaste aders in driehoekconfiguratie | Drie belaste aders in één laag | |||
Tegen elkaar | Op afstand | ||||||
Horizontaal | Verticaal | ||||||
E | E | F | F | F | G | G | |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 |
1,5 | 26 | 23 | |||||
2,5 | 36 | 32 | |||||
4 | 49 | 42 | |||||
6 | 63 | 54 | |||||
10 | 86 | 75 | |||||
16 | 115 | 100 | |||||
25 | 149 | 127 | 161 | 135 | 141 | 182 | 161 |
35 | 185 | 158 | 200 | 169 | 176 | 226 | 201 |
50 | 225 | 192 | 242 | 207 | 216 | 275 | 246 |
70 | 289 | 246 | 310 | 268 | 279 | 353 | 318 |
95 | 352 | 298 | 377 | 328 | 342 | 430 | 389 |
120 | 410 | 346 | 437 | 383 | 400 | 500 | 454 |
150 | 473 | 399 | 504 | 444 | 464 | 577 | 527 |
185 | 542 | 456 | 575 | 510 | 533 | 661 | 605 |
240 | 641 | 538 | 679 | 607 | 634 | 781 | 719 |
300 | 741 | 621 | 783 | 703 | 736 | 902 | 833 |
400 | 940 | 823 | 868 | 1085 | 1008 | ||
500 | 1083 | 946 | 998 | 1253 | 1169 | ||
630 | 1254 | 1088 | 1151 | 1454 | 1362 | ||
Toelichting: 1. In de tabel is voor kerndoorsneden tot en met 16 mm² uitgegaan van ronde kernen. Voor grotere kerndoorsneden is uitgegaan van sectorvormige kernen; de vermelde waarden mogen ook voor ronde kernen worden toegepast. 2. De is de uitwendige middellijn van de kabel. |
Isolatiemateriaal: | XLPE of EPR |
Kernmateriaal: | aluminium |
Kerntemperatuur: | 90 °C |
Omgevingstemperatuur: | 30 °C |
Kerndoorsnede mm² | Installatiemethoden genoemd in tabel 52-B1 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Meeraderige kabel | Éénaderige kabel | ||||||
Twee belaste aders | Drie belaste aders | Twee belaste aders tegen elkaar | Drie belaste aders in driehoekconfiguratie | Drie belaste aders in één laag | |||
Tegen elkaar | Op afstand | ||||||
Horizontaal | Verticaal | ||||||
E | E | F | F | F | G | G | |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 |
2,5 | 28 | 24 | |||||
4 | 38 | 32 | |||||
6 | 49 | 42 | |||||
10 | 67 | 58 | |||||
16 | 91 | 77 | |||||
25 | 108 | 97 | 121 | 103 | 107 | 138 | 122 |
35 | 135 | 120 | 150 | 129 | 135 | 172 | 153 |
50 | 164 | 146 | 184 | 159 | 165 | 210 | 188 |
70 | 211 | 187 | 237 | 206 | 215 | 271 | 244 |
95 | 257 | 227 | 289 | 253 | 264 | 332 | 300 |
120 | 300 | 263 | 337 | 296 | 308 | 387 | 351 |
150 | 346 | 304 | 389 | 343 | 358 | 448 | 408 |
185 | 397 | 347 | 447 | 395 | 413 | 515 | 470 |
240 | 470 | 409 | 530 | 471 | 492 | 611 | 561 |
300 | 543 | 471 | 613 | 547 | 571 | 708 | 652 |
400 | 740 | 663 | 694 | 856 | 792 | ||
500 | 856 | 770 | 806 | 991 | 921 | ||
630 | 996 | 899 | 942 | 1154 | 1077 | ||
Toelichting: 1. In de tabel is voor kerndoorsneden tot en met 16 mm² uitgegaan van ronde kernen. Voor grotere kerndoorsneden is uitgegaan van sectorvormige kernen; de vermelde waarden mogen ook voor ronde kernen worden toegepast. 2. De is de uitwendige middellijn van de kabel. |
Omgevingstemperatuur °C | Isolatiemateriaal | |||
---|---|---|---|---|
PVC | XLPE en EPR | Mineraal1) | ||
Aanraakbaar met of zonder PVC-mantel 70 °C | Niet aanraakbaar zonder PVC-mantel 105 °C | |||
10 | 1,22 | 1,15 | 1,26 | 1,14 |
15 | 1,17 | 1,12 | 1,20 | 1,11 |
20 | 1,12 | 1,08 | 1,14 | 1,07 |
25 | 1,06 | 1,04 | 1,07 | 1,04 |
30 | 1,00 | 1,00 | 1,00 | 1,00 |
35 | 0,94 | 0,96 | 0,93 | 0,96 |
40 | 0,87 | 0,91 | 0,85 | 0,92 |
45 | 0,79 | 0,87 | 0,78 | 0,88 |
50 | 0,71 | 0,82 | 0,67 | 0,84 |
55 | 0,61 | 0,76 | 0,57 | 0,80 |
60 | 0,50 | 0,71 | 0,45 | 0,75 |
65 | 0,65 | 0,70 | ||
70 | 0,58 | 0,65 | ||
75 | 0,50 | 0,60 | ||
80 | 0,41 | 0,54 | ||
85 | 0,47 | |||
90 | 0,40 | |||
95 | 0,32 | |||
1) Bij hogere omgevingstemperaturen: raadpleeg de leverancier. |
Grondtemperatuur °C | Isolatiemateriaal | |
---|---|---|
PVC | XLPE en EPR | |
10 | 1,10 | 1,07 |
15 | 1,05 | 1,04 |
20 | 1,00 | 1,00 |
25 | 0,95 | 0,96 |
30 | 0,89 | 0,93 |
35 | 0,84 | 0,89 |
40 | 0,77 | 0,85 |
45 | 0,71 | 0,80 |
50 | 0,63 | 0,76 |
55 | 0,55 | 0,71 |
60 | 0,45 | 0,65 |
65 | 0,60 | |
70 | 0,53 | |
75 | 0,46 | |
80 | 0,38 | |
Toelichting: De tabel is van toepassing op kabels in kokers aangebracht in de grond en op kabels aangebracht direct in de grond. |
Reductiefactor voor | Warmteweerstandscoëfficiënt K·m/W | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
0,5 | 0,8 | 1,0 | 1,5 | 2,0 | 2,5 | 3,0 | |
kabel in koker | 1,28 | 1,20 | 1,18 | 1,10 | 1,05 | 1,00 | 0,96 |
kabel direct in de grond | 1,88 | 1,62 | 1,50 | 1,28 | 1,12 | 1,00 | 0,90 |
Toelichting: De vermelde reductiefactoren zijn gemiddelde waarden die betrekking hebben op alle afmetingen van kabels en de installatiemethoden genoemd in de tabellen 52-C1 tot en met 52-C4. De afwijkingen van de reductiefactoren liggen binnen ± 5 %. |
Item | Configuratie (tegen elkaar gelegde leidingen) | Aantal stroomketens of meeraderige kabels | Te gebruiken met gegevens uit tabellen: | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 12 | 16 | 20 | |||
1 |
Gebundeld: - in de lucht, - op een oppervlak, - verzonken of - omsloten |
1,00 | 0,80 | 0,70 | 0,65 | 0,60 | 0,57 | 0,54 | 0,52 | 0,50 | 0,45 | 0,41 | 0,38 | 52-C1 t.m. 52-C12 methoden A t.m. F |
2 | Enkele laag op wand, vloer of ongeperforeerde kabelbaan | 1,00 | 0,85 | 0,79 | 0,75 | 0,73 | 0,72 | 0,72 | 0,71 | 0,70 | 0,69 | 0,68 | 0,68 | 52-C1 t.m. 52-C6 methode C |
3 | Enkele laag aangebracht tegen een houten plafond | 0,95 | 0,81 | 0,72 | 0,68 | 0,66 | 0,64 | 0,63 | 0,62 | 0,61 | 0,59 | 0,58 | 0,57 | |
4 | Enkele laag op een geperforeerde kabelbaan horizontaal of verticaal aangebracht | 1,00 | 0,88 | 0,82 | 0,77 | 0,75 | 0,73 | 0,73 | 0,72 | 0,72 | 0,70 | 0,69 | 0,68 | 52-C7 t.m. 52-C12 methoden E t.m. F |
5 | Enkele laag op een ladderbaan of in klampen enz. | 1,00 | 0,87 | 0,82 | 0,80 | 0,80 | 0,79 | 0,79 | 0,78 | 0,78 | 0,77 | 0,77 | 0,77 | |
Toelichting: 1. Deze reductiefactoren gelden voor verzamelingen bestaande uit identieke en gelijkbelaste kabels. 2. Als de horizontale afstand tussen twee naast elkaar liggende kabels groter is dan twee maal de uitwendige middellijn hoeft geen reductiefactor te worden toegepast. 3. Dezelfde reductiefactoren gelden voor groepen met twee of drie éénaderige kabels. 4. Als een verzameling bestaat uit zowel twee- als drieaderige kabels wordt het totale aantal kabels gelijk gesteld aan het totale aantal stroomketens. De hierbij behorende reductiefactor wordt dan toegepast op de waarden uit de tabellen voor twee belaste aders voor de tweeaderige kabels en op de waarden voor drie belaste aders voor de drieaderige kabels. 5. Als een verzameling bestaat uit n éénaderige kabels mag deze worden behandeld als een verzameling van n/2 stroomketens met twee belaste aders of n/3 stroomketens met drie belaste aders. 6. De vermelde reductiefactoren zijn gemiddelde waarden die betrekking hebben op alle kerndoorsneden en de installatiemethoden genoemd in de tabellen 52-C1 tot en met 52-C12. De afwijkingen van de vermelde reductiefactoren liggen binnen ± 5 %. 7. Voor sommige installaties en voor installatiemethoden waarin deze tabel niet voorziet, kan het wenselijk zijn reductiefactoren toe te passen die speciaal zijn berekend (zie bijvoorbeeld tabellen 52-E4 en 52-E5). |
Installatiemethode D genoemd in tabellen 52-C1 tot en met 52-C4.
Aantal stroomketens | Afstand a tussen stroomketens | ||||
---|---|---|---|---|---|
Geen (tegen elkaar) | Één kabelmiddellijn | 12,5 cm | 25 cm | 50 cm | |
2 | 0,75 | 0,79 | 0,84 | 0,87 | 0,90 |
3 | 0,64 | 0,68 | 0,75 | 0,80 | 0,86 |
4 | 0,57 | 0,62 | 0,69 | 0,75 | 0,82 |
5 | 0,52 | 0,57 | 0,65 | 0,72 | 0,80 |
6 | 0,48 | 0,53 | 0,62 | 0,69 | 0,78 |
7 | 0,45 | 0,51 | 0,59 | 0,67 | 0,76 |
8 | 0,43 | 0,48 | 0,57 | 0,65 | 0,75 |
9 | 0,41 | 0,46 | 0,55 | 0,63 | 0,74 |
12 | 0,36 | 0,42 | 0,51 | 0,59 | 0,71 |
16 | 0,32 | 0,38 | 0,47 | 0,56 | 0,68 |
20 | 0,29 | 0,35 | 0,44 | 0,53 | 0,66 |
Meeraderige kabels:
Éénaderige kabels:
De vermelde reductiefactoren gelden bij een sleufdiepte van 0,70 m en een warmteweerstandscoëfficiënt van de grond van 2,5 K·m/W.
Het zijn gemiddelde waarden die betrekking hebben op alle kerndoorsneden en typen van kabels vermeld in de tabellen 52-C1 tot en met 52-C4.
De in tabel 52-E3 van IEC-document 64/816/CD weergegeven gemiddelde waarden en de toegepaste afrondingen kunnen in bepaalde gevallen leiden tot afwijkingen in de orde van grootte van ± 10 %.
TOELICHTING
Om een grotere nauwkeurigheid dan ± 10 % te bereiken zijn de in bovenstaande tabel gegeven waarden geëxtrapoleerd uit de oorspronkelijke waarden.
Installatiemethode D genoemd in tabellen 52-C1 tot en met 52-C4.
Aantal kokers | Afstand a tussen kokers | |||
---|---|---|---|---|
Geen (kokers raken elkaar) | 25 cm | 50 cm | 100 cm | |
2 | 0,85 | 0,91 | 0,94 | 0,96 |
3 | 0,76 | 0,86 | 0,89 | 0,93 |
4 | 0,70 | 0,82 | 0,86 | 0,92 |
5 | 0,65 | 0,80 | 0,84 | 0,90 |
6 | 0,61 | 0,78 | 0,82 | 0,89 |
7 | 0,57 | 0,76 | 0,80 | 0,88 |
8 | 0,54 | 0,74 | 0,78 | 0,88 |
9 | 0,52 | 0,73 | 0,77 | 0,87 |
10 | 0,49 | 0,72 | 0,76 | 0,86 |
11 | 0,47 | 0,70 | 0,75 | 0,86 |
12 | 0,45 | 0,69 | 0,74 | 0,85 |
13 | 0,44 | 0,68 | 0,73 | 0,85 |
14 | 0,42 | 0,68 | 0,72 | 0,84 |
15 | 0,41 | 0,67 | 0,72 | 0,84 |
16 | 0,39 | 0,66 | 0,71 | 0,83 |
17 | 0,38 | 0,65 | 0,70 | 0,83 |
18 | 0,37 | 0,65 | 0,70 | 0,83 |
19 | 0,35 | 0,64 | 0,69 | 0,82 |
20 | 0,34 | 0,63 | 0,68 | 0,82 |
Toelichting: Bij toepassing van metalen kokers kunnen aanzienlijke extra reducties noodzakelijk zijn (zie 523). |
De vermelde reductiefactoren gelden bij een sleufdiepte van 0,70 m en een warmteweerstandscoëffiënt van de grond van 2,5 K·m/W.
Het zijn gemiddelde waarden die betrekking hebben op alle kerndoorsneden en typen van kabels vermeld in de tabellen 52-C1 tot en met 52-C4.
De in tabel 52-E3 van IEC-document 64/816/CD weergegeven gemiddelde waarden en de toegepaste afrondingen kunnen in bepaalde gevallen leiden tot afwijkingen in de orde van grootte van ± 10 %.
TOELICHTING
Om een grotere nauwkeurigheid dan ± 10 % te bereiken zijn de in bovenstaande tabel gegeven waarden geëxtrapoleerd uit de oorspronkelijke waarden.
Installatiemethode D genoemd in tabellen 52-C1 tot en met 52-C4.
Aantal stroomketens bestaande uit twee of drie kokers | Afstand a tussen kokers | |||
---|---|---|---|---|
Geen (kokers raken elkaar) | 25 cm | 50 cm | 100 cm | |
2 | 0,82 | 0,88 | 0,91 | 0,95 |
3 | 0,72 | 0,81 | 0,86 | 0,92 |
4 | 0,66 | 0,76 | 0,82 | 0,91 |
5 | 0,61 | 0,72 | 0,80 | 0,89 |
6 | 0,57 | 0,68 | 0,78 | 0,88 |
7 | 0,53 | 0,66 | 0,76 | 0,87 |
8 | 0,50 | 0,63 | 0,74 | 0,87 |
9 | 0,47 | 0,61 | 0,73 | 0,86 |
10 | 0,45 | 0,59 | 0,72 | 0,85 |
11 | 0,43 | 0,57 | 0,70 | 0,85 |
12 | 0,41 | 0,56 | 0,69 | 0,84 |
13 | 0,39 | 0,54 | 0,68 | 0,84 |
14 | 0,37 | 0,53 | 0,68 | 0,83 |
15 | 0,35 | 0,52 | 0,67 | 0,83 |
16 | 0,34 | 0,51 | 0,66 | 0,83 |
17 | 0,33 | 0,50 | 0,65 | 0,82 |
18 | 0,31 | 0,49 | 0,65 | 0,82 |
19 | 0,30 | 0,48 | 0,64 | 0,82 |
20 | 0,29 | 0,47 | 0,63 | 0,81 |
Toelichting: Bij toepassing van metalen kokers kunnen aanzienlijke extra reducties noodzakelijk zijn (zie 523). |
De vermelde reductiefactoren gelden bij een sleufdiepte van 0,70 m en een warmteweerstandscoëffiënt van de grond van 2,5 K·m/W.
Het zijn gemiddelde waarden die betrekking hebben op alle kerndoorsneden en typen van kabels vermeld in de tabellen 52-C1 tot en met 52-C4.
De in tabel 52-E3 van IEC-document 64/816/CD weergegeven gemiddelde waarden en de toegepaste afrondingen kunnen in bepaalde gevallen leiden tot afwijkingen in de orde van grootte van ± 10 %.
TOELICHTING
Om een grotere nauwkeurigheid dan ± 10 % te bereiken zijn de in bovenstaande tabel gegeven waarden geëxtrapoleerd uit de oorspronkelijke waarden.
Installatiemethode E genoemd in tabellen 52-C7 tot en met 52-C12.
Installatiemethode genoemd in tabel 52-B2 | Aantal kabelbanen | Aantal kabels | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 12 | 16 | 20 | |||||
Geperforeerde kabelbaan1) | 15 | ![]() |
kabels tegen elkaar | 1 | 1,00 | 0,88 | 0,82 | 0,79 | 0,78 | 0,76 | 0,75 | 0,74 | 0,73 | 0,72 | 0,71 | 0,71 |
2 | 1,00 | 0,87 | 0,80 | 0,77 | 0,75 | 0,73 | 0,72 | 0,70 | 0,68 | 0,64 | 0,60 | 0,55 | ||||
3 | 1,00 | 0,86 | 0,79 | 0,76 | 0,74 | 0,71 | 0,69 | 0,68 | 0,66 | 0,61 | 0,55 | 0,50 | ||||
![]() |
kabels op afstand De | 1 | 1,00 | 1,00 | 0,98 | 0,95 | 0,93 | 0,91 | 0,89 | 0,88 | 0,86 | 0,83 | 0,80 | 0,78 | ||
2 | 1,00 | 0,99 | 0,96 | 0,92 | 0,90 | 0,87 | 0,85 | 0,83 | 0,81 | 0,78 | 0,74 | 0,71 | ||||
3 | 1,00 | 0,98 | 0,95 | 0,91 | 0,88 | 0,85 | 0,82 | 0,80 | 0,78 | 0,72 | 0,66 | 0,62 | ||||
Geperforeerde kabelbaan (verticaal)2) | 15 | ![]() |
kabels tegen elkaar De | 1 | 1,00 | 0,88 | 0,82 | 0,78 | 0,76 | 0,73 | 0,73 | 0,72 | 0,72 | 0,70 | 0,69 | 0,68 |
2 | 1,00 | 0,88 | 0,81 | 0,76 | 0,74 | 0,71 | 0,71 | 0,70 | 0,70 | 0,67 | 0,66 | 0,65 | ||||
![]() |
kabels op afstand De | 1 | 1,00 | 0,91 | 0,89 | 0,88 | 0,88 | 0,87 | 0,87 | 0,87 | 0,87 | 0,86 | 0,86 | 0,86 | ||
2 | 1,00 | 0,91 | 0,88 | 0,87 | 0,86 | 0,85 | 0,85 | 0,85 | 0,84 | 0,84 | 0,83 | 0,83 | ||||
Kabelladders, klampen enz.1) |
16 17 18 |
![]() |
kabels tegen elkaar | 1 | 1,00 | 0,87 | 0,82 | 0,80 | 0,80 | 0,79 | 0,79 | 0,78 | 0,78 | 0,78 | 0,78 | 0,78 |
2 | 1,00 | 0,86 | 0,80 | 0,78 | 0,77 | 0,76 | 0,75 | 0,74 | 0,73 | 0,72 | 0,70 | 0,69 | ||||
3 | 1,00 | 0,85 | 0,79 | 0,76 | 0,75 | 0,73 | 0,72 | 0,71 | 0,70 | 0,68 | 0,66 | 0,64 | ||||
![]() |
kabels op afstand De | 1 | 1,00 | 1,00 | 1,00 | 1,00 | 1,00 | 1,00 | 1,00 | 1,00 | 1,00 | 1,00 | 1,00 | 1,00 | ||
2 | 1,00 | 0,99 | 0,98 | 0,97 | 0,97 | 0,96 | 0,96 | 0,96 | 0,96 | 0,96 | 0,96 | 0,96 | ||||
3 | 1,00 | 0,98 | 0,97 | 0,96 | 0,95 | 0,93 | 0,92 | 0,91 | 0,90 | 0,87 | 0,83 | 0,79 | ||||
1) De reductiefactoren gelden slechts indien de verticale afstand tussen de kabelbanen ten minste 300 mm bedraagt en de horizontale afstand tussen kabelbaan en wand ten minste 20 mm bedraagt.
Voor kleinere afstanden moeten kleinere reductiefactoren worden gekozen. 2) De reductiefactoren gelden voor kabelbanen die rug aan rug zijn aangebracht met een onderlinge horizontale afstand die ten minste 225 mm bedraagt. Indien deze afstand minder is, moeten de reductiefactoren worden verminderd. 3) De berekening is gebaseerd op de toelaatbare stroom voor meeraderige kabels in de vrije lucht. | ||||||||||||||||
Toelichting: 1. De vermelde reductiefactoren zijn gemiddelde waarden die betrekking hebben op alle kerndoorsneden en kabeltypen zoals genoemd in de tabellen 52-C7 tot en met 52-C12. De afwijkingen van de reductiefactoren liggen binnen ± 5 %. 2. De reductiefactoren gelden slechts voor verzamelingen van kabels die in één laag zijn aangebracht. Zij zijn niet van toepassing op kabels die zijn aangebracht in meer dan één laag waarbij de lagen elkaar raken. |
Installatiemethode F genoemd in tabellen 52-C7 tot en met 52-C12.
Installatiemethode genoemd in tabel 52-B2 | Aantal kabelbanen | Aantal driefase stroomketens5) | Vermenigvuldigingsfactor voor: | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | 2 | 3 | ||||||
Geperforeerde kabelbaan2) | 15 | ![]() |
kabels tegen elkaar | 1 | 0,98 | 0,91 | 0,87 | Drie kabels per stroomketen, horizontaal aangebracht |
2 | 0,96 | 0,87 | 0,81 | |||||
3 | 0,95 | 0,85 | 0,78 | |||||
Geperforeerde kabelbaan (verticaal)3) | 15 | ![]() |
kabelbanen op afstand kabels tegen elkaar |
1 | 0,96 | 0,86 | Drie kabels per stroomketen, verticaal aangebracht | |
2 | 0,95 | 0,84 | ||||||
Kabelladders, klampen enz.2) |
16 17 18 |
![]() |
kabels tegen elkaar | 1 | 1,00 | 0,97 | 0,96 | Drie kabels per stroomketen, horizontaal aangebracht |
2 | 0,98 | 0,93 | 0,89 | |||||
3 | 0,97 | 0,90 | 0,86 | |||||
Geperforeerde kabelbaan2) | 15 | ![]() |
stroomketens op afstand 2De | 1 | 1,00 | 0,98 | 0,96 | |
2 | 0,97 | 0,93 | 0,89 | |||||
3 | 0,96 | 0,92 | 0,86 | |||||
Geperforeerde kabelbaan (verticaal)3) | 15 | ![]() |
kabelbanen op afstand stroomketens op afstand 2De |
1 | 1,00 | 0,91 | 0,89 | Drie kabels per stroomketen, in driehoek aangebracht |
2 | 1,00 | 0,90 | 0,86 | |||||
Kabelladders, klampen enz.2) |
16 17 18 |
![]() |
stroomketens op afstand 2De | 1 | 1,00 | 1,00 | 1,00 | |
2 | 0,97 | 0,95 | 0,93 | |||||
3 | 0,96 | 0,94 | 0,90 | |||||
1) De vermelde reductiefactoren gelden slechts voor kabels die in één laag (of gebundeld in driehoek) zijn aangebracht zoals aangegeven in de tabel.
Zij gelden niet voor kabels die zijn aangebracht in meer dan één laag waarbij de lagen elkaar raken. 2) De reductiefactoren gelden slechts indien de verticale afstand tussen de kabelbanen ten minste 300 mm bedraagt en de horizontale afstand tussen kabelbaan en wand ten minste 20 mm bedraagt. Voor kleinere afstanden moeten kleinere reductiefactoren worden gekozen. 3) De reductiefactoren gelden voor kabelbanen die rug aan rug zijn aangebracht met een onderlinge horizontale afstand die ten minste 225 mm bedraagt. Voor kleinere afstanden moeten kleinere reductiefactoren worden gekozen. 4) De berekening is gebaseerd op de toelaatbare stroom voor één stroomketen bestaande uit een verzameling éénaderige kabels in de vrije lucht. 5) Als in een stroomketen n kabels per fase parallel worden gebruikt, moet de stroomketen worden gezien als een verzameling van n ketens die elk bestaan uit drie éénaderige kabels. | ||||||||
Toelichting: De vermelde reductiefactoren zijn gemiddelde waarden die betrekking hebben op alle kerndoorsneden en kabeltypen zoals genoemd in de tabellen 52-C7 tot en met 52-C12. De nauwkeurigheid van de vermelde reductiefactoren bedraagt ± 5 %. |