Bijlage CN543 - Kerndoorsnede van beschermingsleidingen (normatief)

Tabel 54B: Waarden van k voor
-   geïsoleerde beschermingsleidingen die geen deel uitmaken van een kabel
-   niet-geïsoleerde beschermingsleidingen die tegen de kabelmantel aan liggen (zie bepaling 543.1.1)

Isolatiemateriaal van de beschermingsleiding

Materiaal van de kabelmantel
PVC butylrubber EPR of XLPE
Eindtemperatuur1) 160 °C 220 °C 250 °C
k k k
koper 143 166 176
aluminium 95 110 116
staal 52 60 64
1)  Als begintemperatuur van de (onbelaste) leiding geldt 30 °C.

Tabel 54C: Waarden van k voor geïsoleerde beschermingsleidingen die deel uitmaken van een kabel (zie bepaling 543.1.1)

Isolatiemateriaal
PVC butylrubber EPR of XLPE
Begintemperatuur 70 °C 85 °C 90 °C
Eindtemperatuur 160 °C 220 °C 250 °C
k k k
koper 115 134 143
aluminium 76 89 94

Tabel 54E: Waarden van k voor niet-geïsoleerde beschermingsdraden (zie bepaling 543.1.1)

In zicht gelegd en in bijzondere gevallen In ruimten zonder brandgevaar In ruimten met brandgevaar
k maximumtemperatuur1) °C k maximumtemperatuur1) °C k maximumtemperatuur1) °C
koper 228 500 159 200 138 150
aluminium 125 300 105 200 91 150
staal 82 500 58 200 50 150
1)  Als begintemperatuur van de (onbelaste) leiding geldt 30 °C.