Voor de van toepassing zijnde algemene kenmerken zie het toepassingsgebied van deze rubriek.
De afstanden, genoemd in deze bepaling, zijn absolute minimumwaarden; andere overwegingen, zoals een passende werkhouding, vluchtmogelijkheden enz. kunnen grotere afstanden noodzakelijk maken.
De afmetingen van vrije ruimten worden bepaald in de gebruikstoestand, waarbij geen rekening hoeft te worden gehouden met uitgereden schakelaars, geopende deuren en dergelijke.
Genoemde afmetingen zijn van toepassing nadat alle delen van het plafond zijn gemonteerd en gesloten.
De door de IEC aangegeven afstanden zijn in Nederland om veiligheidsredenen niet acceptabel bevonden. Daarom zijn de afstanden uit NEN 1010:1996 gehandhaafd en opgenomen in 8.729.412.6.2.
Voor kortere gangpaden, echter langer dan 6 m, wordt aanbevolen dat deze vanaf beide kanten toegankelijk zijn.