Rubriek 729 - Gangpaden bestemd voor bedieningshandelingen en onderhoud
In NEN-EN-IEC 61140 behandelt 8.12 toestellen bedoeld om te worden bediend of componenten bedoeld om te worden vervangen door vakbekwame of voldoend onderrichte personen.
Bescherming tegen directe aanraking is niet vereist op plaatsen die uitsluitend toegankelijk zijn voor voldoend onderrichte personen (BA4) of voor vakbekwame personen (BA5) die voor het specifieke doel voldoende zijn onderricht, en indien tegelijkertijd aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- de ruimten zijn duidelijk en zichtbaar gemarkeerd met passende waarschuwingsborden en het is slechts mogelijk om er toegang toe te verkrijgen met een speciaal hulpmiddel,
-
deuren die toegang geven tot gesloten elektrische bedrijfsruimten moeten een eenvoudige ontsnappingsmogelijkheid naar buiten bieden.
Ook als de deuren vanaf de buitenzijde met een sleutel zijn gesloten moet het mogelijk zijn deze van binnenuit zonder sleutel te openen en
- voor gangpaden zijn de eisen uit 729.412.6.2 en 729.412.6.3 met betrekking tot de minimale vrije ruimte in acht genomen.
[niet overgenomen]
Zie deel 0 voor de titels van de normen en andere publicaties.
729.3 - Vaststellen van de algemene kenmerken (toelichting)
[geen normtekst]
729.412.6 - In acht te nemen minimale vrije ruimte in gangpaden bestemd voor bedieningshandelingen en onderhoud (toelichting)
De volgende vrije ruimte moet in acht zijn genomen wanneer bescherming volgens 412.3 is gewaarborgd (zie figuur 729A).
- Breedte van het gangpad tussen hindernissen of bedieningshandgrepen van schakelaars of tussen hindernissen of tussen bedieningshandgrepen van schakelaars en de muur: ten minste 0,7 m
- Vrije hoogte tot het plafond: ten minste 2,0 m
[niet overgenomen]
Zie 8.729.412.6.2.
Gangpaden met een lengte van meer dan 20 m bestemd voor onderhoud of voor bedieningshandelingen moeten vanaf beide kanten toegankelijk zijn.