Rubriek 8.751 - Stoffige ruimten

8.751.0 - Termen en definities

8.751.0.1 - Stoffige ruimte (toelichting)

ruimte waarin zich geregeld stof verspreidt

8.751.1 - Uitwendige invloeden (toelichting)

Elektrisch materieel in stoffige ruimten moet zijn gekozen en geïnstalleerd overeenkomstig 512.2.

8.751.2 - Bescherming tegen indirecte aanraking

8.751.2.1 (toelichting)

Bij aanwezigheid van geleidend stof mag bescherming door isolerende vloeren en wanden overeenkomstig het bepaalde in 413.3 niet zijn toegepast.

8.751.2.2

Bij aanwezigheid van geleidend stof mag bescherming door lokale vereffeningsleidingen die niet met aarde zijn verbonden, overeenkomstig het bepaalde in 413.4, niet zijn toegepast.

8.751.2.3

Bij aanwezigheid van geleidend stof moeten contactdozen deel uitmaken van eindgroepen die zijn beveiligd door aardlekschakelaars met een nominale aanspreekstroom van ten hoogste 30 mA.
Deze bepaling geldt niet voor contactdozen in:

  1. SELV-ketens;
  2. PELV-ketens;
  3. S-ketens.

8.751.3 - Keuze en installatie van elektrisch materieel (toelichting)

Doeltreffende maatregelen moeten zijn getroffen die verhinderen dat stof zich in schadelijke hoeveelheden kan ophopen op elektrisch materieel.

8.751.3.1 - Elektrisch materieel met uitzondering van leidingsystemen (toelichting)

Elektrisch materieel moet een beschermingsgraad IP6X hebben.
Deze bepaling geldt niet voor elektrisch materieel:

  1. met een beschermingsgraad IP5X, mits stof de goede werking niet nadelig beïnvloedt;
  2. waarbij aanvullende maatregelen zijn getroffen zodat stof de goede werking niet nadelig beïnvloedt.

8.751.3.2 - Leidingsystemen

8.751.3.2.1 (toelichting)

Leidingen moeten zo in onderdelen van de installatie zijn binnengeleid dat geen schadelijke hoeveelheden stof kunnen binnendringen.

8.751.3.2.2 (toelichting)

Als vaste leidingen mogen alleen zijn toegepast:

  1. ongeïsoleerde leidingen;
  2. vinyldraden [H07V-U (VD), H07V-R (VD), H07V-K (VDf), H07V3-U (VD-40°C), H07V3-R (VD-40°C), H07V3-K (VDf-40°C), H07V2-U (VD90°C), H07V2-R (VD90°C), H07V2-K (VDf90°C)];
  3. halogeenvrije draden [H07Z-U (YD), H07Z-R (YD), H07Z-K (YDf)];
  4. hittevaste draden [H07G-U (GD), H07G-R (GD), H07G-K (GDf), H05SJ-K (JSDf)];
  5. kabels en hulpstroomkabels [VMvK, XMvK, VO-VMvKas, VG-VMvKas, YMvK, YMvKmb, VO-YMvKas, VO-YMvKasmb, VG-YMvKas, VG-YMvKasmb, GPLK, V-GPLK];
  6. halogeenvrije moeilijk brandbare kabels [YMz1Kmbzh, Z1O-YMz1Kasmbzh, Z1G-YMz1Kasmbzh];
  7. EMC-afgeschermde kabels [YMvKafas, YMvKafasmb, YMz1Kafasmbzh, V-YMvKafas, V-YMvKafasmb, VS-YMvKafasmb, Z1-YMz1Kafasmbzh, VS-YMvKafas];
  8. met bovengenoemde soorten onder de voorhanden omstandigheden gelijk te stellen leidingen.

8.751.3.2.3

Ongeïsoleerde leidingen mogen alleen zijn toegepast als:

  1. beschermingsleiding;
  2. aardleiding.

8.751.3.2.4

Installatiedraden mogen alleen zijn toegepast in buis.

8.751.3.2.5 (toelichting)

Als buigzame leidingen mogen alleen zijn toegepast:

  1. vinylmantelleidingen [H05VV-F (VMvL), H05VVH2-F (VMvLewp), H05V2V2-F (VMvL90°C), H05V2V2H2-F (VMvLewp90°C)];
  2. rubbermantelleidingen [H05RR-F (RMrL), H05RN-F (RMcL), H05BN4-F (BMhL), H05BB-F (BMbL)];
  3. zware rubbermantelleidingen [H07RN-F (RMcLz, RMcLzz), H07BN4-F (BMhLz), H07BB-F (BMbLz)]);
  4. EPR ader (zware) polyurethaan mantelleiding [H05BQ-F (BMqL), H07BQ-F (BMqLz)];
  5. hittevaste leidingen [H05GG-F (GMgL), H05GGH2-F (GMgLewp), SMsL];
  6. hulpstroomleidingen [H05VV5-F (VMvLo, VMvLomb), H05VVC4V5-K (V-VMvLoaf, V-VMvLoafmb), H07RN-F (RMcLz), H07BN4-F (BMhLz), H07ZZ-F (ZMzLzmbzh)];
  7. halogeenvrije moeilijk brandbare leidingen [H07ZZ-F (ZMzLzmbzh)];
  8. met bovengenoemde soorten onder de voorhanden omstandigheden gelijk te stellen leidingen.

8.751.3.2.6 (toelichting)

Buigzame hulpstroomleidingen van het type V-VMvLoaf en V-VMvLoafmb mogen niet als verplaatsbare leiding zijn toegepast.