Toelichtingen bij Hoofdstuk 9.11

Voor een overzicht van de in de verschillende edities van NEN 1010 gebruikte benamingen voor gebouwen en ruimten zie bijlage NL9.11.

Toelichting bij 9.11.2

Dit houdt in dat de geldige editie van NEN 1010 in zijn geheel van toepassing is op bestaande installaties met inachtneming van de in deel 9 opgenomen bepalingen. Voor de geldige editie zie NEN 1010-0.

Toelichting bij 9.11.3

De bovengrens van 1000 W heeft betrekking op de ongunstigste toestand bij overbelasting of kortsluiting.
De beperking van het vermogen tot 1000 W mag zijn gewaarborgd door de keuze van de voedingsbron of door de keuze van de beveiligingstoestellen tegen overstroom.
De hier bedoelde installaties, bijvoorbeeld voor de verlichting van wijzerplaten van torenuurwerken, behoeven in verband met de beperkende voorwaarden voor spanning, vermogen en temperatuur niet volledig aan deze norm te voldoen; met het oog op brandgevaar behoeven ze alleen aan de bepalingen voor de belasting en beveiliging van leidingen.

Voor installaties in ruimten met gasontploffingsgevaar zie NEN-EN-IEC 60079-14.
Voor installaties in ruimten met stofontploffingsgevaar zie NEN-EN 50281-1-2.