Wijze van scheiding | Verbinding met aarde of met een beschermingsleiding | Term (met verwijzing naar bepalingnummer(s)) | ||
---|---|---|---|---|
Voedingsbronnen | Stroomketens | Stroomketens | Metalen gestellen | |
Bronnen die isolerend zijn gescheiden, bijvoorbeeld door een veiligheidstransformator volgens EN 60742, of gelijksoortige bronnen |
EN stroomketens die isolerend zijn gescheiden |
Niet-geaarde stroomketens | Metalen gestellen mogen niet opzettelijk zijn verbonden met aarde of met een beschermingsleiding1) | SELV (411.1.1 t.m. 411.1.4) |
Geaarde en niet-geaarde stroomketens toegelaten | Metalen gestellen mogen zijn geaard of zijn verbonden met een beschermingsleiding | PELV (411.1.1 t.m. 411.1.3 en 411.1.5) | ||
Bronnen die niet isolerend zijn gescheiden, dat wil zeggen een bron met uitsluitend fundamentele isolatie zoals een transformator die voldoet aan NEN-EN 60989 |
OF stroomketens die niet isolerend zijn gescheiden |
Geaarde stroomketens toegelaten | Metalen gestellen moeten zijn verbonden met de beschermingsleiding van de voedende stroomketen | FELV (411) |
1) Voor toevallige aanraking van metalen gestellen van SELV-ketens met metalen gestellen van andere stroomketens, zie de toelichting op 411.1.4.2. | ||||
Toelichting: Eisen voor FELV-ketens staan in 411. |