Toelichtingen bij rubriek 8.718

Toelichting bij 8.718.0.2

Voorbeelden van bijbehorende ruimten zijn werkplaatsen en voorportalen.

Toelichting bij 8.718.1

Voor nadere informatie betreffende indeling en benaming van bouwwerken en ruimten zie bijlage C in deel 0.

Voor installaties in vluchtwegen zie rubriek 482.

Toelichting bij 8.718.1.1

Zie ook blad 11 van NPR 5310:1998.

Toelichting bij 8.718.1.2

In dit verband wordt een eigen verdeelnet gelijkgesteld met het verdeelnet van een openbaar elektriciteitsbedrijf.

Toelichting bij 8.718.1.4

Deze bepaling sluit een combinatie van de schakel- en verdeelinrichting voor de toneelruimte en de projectieafdeling niet uit.

Zie ook de toelichting op bepaling 8.718.1.2.

Toelichting bij 8.718.1.6

Zie bepaling 8.462.104 onder c.

Zie ook de toelichting op bepaling 8.718.1.2.

Toelichting bij 8.718.1.7

Voorbeelden van de hier bedoelde tijdelijke installaties zijn installaties ten behoeve van televisieopnamen en exposities.

Toelichting bij 8.718.2.1.1.1

De noodzaak en de plaats van deze verlichting worden aangegeven in het Bouwbesluit.

Aan het bepaalde kan worden voldaan door het aanbrengen van lichtbakken met de vereiste tekst in ongeveer 80 mm hoge letters dan wel met het vereiste symbool in wit op groene achtergrond, overeenkomstig NEN 3011.

De inrichting van de lichtbakken moet zo zijn dat de helderheid van de tekst of het symbool voldoende groot en gelijkmatig is en dat de tekst of het symbool, ook na inschakeling van de algemene verlichting, duidelijk is te identificeren op elke plaats vanwaar deze moet kunnen worden gezien.

Toelichting bij 8.718.2.1.1.2

De noodzaak en de plaats van deze verlichting worden aangegeven in het Bouwbesluit.

Toelichting bij 8.718.2.1.1.3

Een doelmatige plaats kan zijn bij een portier, in een regiekamer en dergelijke.

Toelichting bij 8.718.2.1.2

Het aanbrengen van noodverlichting voor veiligheidsdoeleinden wordt voorgeschreven door bevoegde instanties.

Toelichting bij 8.718.2.2.1

Het verdient aanbeveling alle kabels uit te voeren in het type mb (moeilijk brandbaar). Dit geldt in het bijzonder voor de voedingskabels van schakel- en verdeelinrichtingen.

Zie ook blad 13 van NPR 5310:1998.

Toelichting bij 8.718.2.2.3

Voorbeelden van installatiesystemen zijn:

Toelichting bij 8.718.2.2.4

Verplaatsbare leidingen zijn buigzame leidingen. Zie bepaling 8.26.109.

Zie ook blad 13 van NPR 5310:1998.

Toelichting bij 8.718.2.2.5

Deze hulpstroomleidingen met afscherming zijn geschikt voor beperkt flexibel gebruik.