Rubriek 8.754 - Vochtige ruimten en ruimten met bijtende gassen, dampen of stoffen (toelichting)

8.754.0 - Termen en definities

8.754.0.1 - Vochtige ruimte (toelichting)

ruimte waarin moet worden gerekend met het, bij herhaling en gedurende langere tijd, optreden van vochtige oppervlakken

8.754.0.2 - Ruimte met bijtende gassen, dampen of stoffen (toelichting)

ruimte waar de installatie is blootgesteld aan de inwerking van bijtende gassen, dampen of stoffen

8.754.1 - Algemeen

8.754.1.1 - Uitwendige invloeden (toelichting)

Elektrisch materieel in vochtige ruimten en ruimten met bijtende gassen, dampen of stoffen moet zijn gekozen en geïnstalleerd overeenkomstig 512.2.

8.754.2 - Beschermingsmaatregelen

8.754.2.1 - Bescherming tegen directe aanraking

8.754.2.1.1

In aanvulling op het bepaalde in 411.1.4.3 moeten bij toepassing van SELV-ketens de actieve delen tegen directe aanraking zijn afgeschermd, ongeacht de hoogte van de spanning.

8.754.2.1.2 (toelichting)

Voor delen van elektrochemische installaties met een nominale spanning van ten hoogste 120 V bij gelijkspanning zonder rimpel tussen twee polen of één van de polen en aarde mag bescherming door hindernissen overeenkomstig het bepaalde in 412.3 of bescherming door afstand overeenkomstig het bepaalde in 412.4 zijn toegepast.
Zie ook bepaling 8.471.1.

8.754.2.2 - Bescherming tegen indirecte aanraking

8.754.2.2.1

Bescherming door isolerende vloeren en wanden overeenkomstig het bepaalde in 413.3 of bescherming door lokale vereffeningsleidingen overeenkomstig het bepaalde in 413.4 is niet toegelaten.

8.754.2.2.2 (toelichting)

Metalen gestellen, vreemde geleidende delen en andere geleidende delen, die door een defect onder spanning kunnen komen, moeten door een aanvullende potentiaalvereffeningsleiding overeenkomstig het bepaalde in 413.1.6 met elkaar zijn verbonden.
Deze bepaling geldt niet voor geleidende delen die zo zijn opgesteld of aangebracht dat ze niet door een defect of door potentiaalversleping onder spanning kunnen komen.

8.754.2.2.3

Contactdozen beveiligd door een overstroombeveiliging van ten hoogste 63 A moeten zijn beveiligd door een vaste aardlekschakelaar met een nominale aanspreekstroom van ten hoogste 30 mA.
Deze bepaling geldt niet voor contactdozen in:

  1. SELV-ketens;
  2. PELV-ketens;
  3. S-ketens.

8.754.2.2.4

Contactdozen beveiligd door een overstroombeveiliging groter dan 63 A moeten zijn beveiligd door een vaste aardlekbeveiliging met een nominale aanspreekstroom van ten hoogste 300 mA.
Deze bepaling geldt niet voor contactdozen in:

  1. SELV-ketens;
  2. PELV-ketens;
  3. S-ketens.

8.754.3 - Keuze en installatie van elektrisch materieel

8.754.3.1 - Elektrisch materieel met uitzondering van leidingsystemen

Verplaatsbare verlichtingstoestellen moeten van klasse II zijn. Deze bepaling geldt niet voor verplaatsbare verlichtingstoestellen in SELV-ketens.

8.754.3.2 - Leidingsystemen

8.754.3.2.1 (toelichting)

Als vaste leidingen mogen alleen zijn toegepast:

  1. ongeïsoleerde leidingen;
  2. kabels en hulpstroomkabels [VMvK, XMvK, VO-VMvKas, VG-VMvKas, YMvK, YMvKmb, VO-YMvKas, VO-YMvKasmb, VG-YMvKas, VG-YMvKasmb, GPLK, V-GPLK];
  3. halogeenvrije moeilijk brandbare kabels [YMz1Kmbzh, Z1O-YMz1Kasmbzh, Z1G-YMz1Kasmbzh];
  4. EMC-afgeschermde kabels [YMvKafas, YMvKafasmb, YMz1Kafasmbzh, V-YMvKafas, V-YMvKafasmb, VS-YMvKafasmb, Z1-YMz1Kafasmbzh, VS-YMvKafas];
  5. met bovengenoemde soorten onder de voorhanden omstandigheden gelijk te stellen leidingen.

8.754.3.2.2

Ongeïsoleerde leidingen mogen alleen zijn toegepast als:

  1. beschermingsleiding;
  2. aardleiding;
  3. buitenleiding;
  4. contactleiding.

8.754.3.2.3 (toelichting)

Als buigzame leidingen mogen alleen zijn toegepast:

  1. vinylmantelleidingen [H05VV-F (VMvL), H05VVH2-F (VMvLewp), H05V2V2-F (VMvL90°C), H05V2V2H2-F (VMvLewp90°C)];
  2. rubbermantelleidingen [H05RR-F (RMrL), H05RN-F (RMcL), H05BN4-F (BMhL), H05BB-F (BMbL)];
  3. zware rubbermantelleidingen [H07RN-F (RMcLz, RMcLzz), H07BN4-F (BMhLz), H07BB-F (BMbLz)];
  4. EPR ader (zware) polyurethaan mantelleiding [H05BQ-F (BMqL), H07BQ-F (BMqLz)];
  5. hittevaste leidingen [H05GG-F (GMgL), H05GGH2-F (GMgLewp), SMsL];
  6. hulpstroomleidingen [H05VV5-F (VMvLo, VMvLomb), H05VVC4V5-K (V-VMvLoaf, V-VMvLoafmb), H07RN-F (RMcLz), H07BN4-F (BMhLz), H07ZZ-F (ZMzLzmbzh)];
  7. halogeenvrije moeilijk brandbare leidingen [H07ZZ-F (ZMzLzmbzh)];
  8. met bovengenoemde soorten onder de voorhanden omstandigheden gelijk te stellen leidingen.

8.754.3.2.4 (toelichting)

Buigzame hulpstroomleidingen van het type V-VMvLoaf en V-VMvLoafmb mogen niet als verplaatsbare leiding zijn toegepast.