Rubriek 8.761 - Kabels in de grond (toelichting)

8.761.1 - Uitwendige invloeden (toelichting)

Indien rekening moet worden gehouden met werking van de grond moet een daarvoor geschikte kabel zijn toegepast of moeten aanvullende maatregelen zijn getroffen.

8.761.2 - Bescherming tegen indirecte aanraking

8.761.2.1

Aardschermen of loodmantels moeten met de beschermingsleiding zijn verbonden met inachtneming van het bepaalde in 413.1.3 tot en met 413.1.5.

8.761.2.2

Bij toepassing van aardschermen of loodmantels moet zijn voldaan aan het bepaalde in 413.1.3.3 of 413.1.4.2.

8.761.2.3 (toelichting)

Metalen omvlechtingen of bewapeningen moeten met de beschermingsleiding zijn verbonden met inachtneming van het bepaalde in 413.1.3 tot en met 413.1.5.
Deze bepaling geldt niet indien de metalen omvlechting of bewapening niet onder spanning kan komen doordat:

  1. een aardscherm of loodmantel onder de omvlechting of bewapening met de beschermingsleiding is verbonden en
  2. de montage zo is dat voldoende afstand of isolatie is gewaarborgd tussen omvlechting of bewapening en aardscherm of loodmantel.

8.761.3 - Beveiligen

In afwijking van het bepaalde in 431.1 hoeven korte aftakkingen van in de grond gelegde kabels niet tegen overstroom te zijn beveiligd.

8.761.4 - Keuze en installatie van leidingen en bijbehoren

8.761.4.1 (toelichting)

Als leidingen mogen alleen zijn toegepast:

  1. ongeïsoleerde leidingen;
  2. kabels en hulpstroomkabels [VMvK, XMvK, VO-VMvKas, VG-VMvKas, YMvK, YMvKmb, VO-YMvKas, VO-YmvKasmb, VG-YMvKas, VG-YMvKasmb, GPLK, V-GPLK];
  3. halogeenvrije moeilijk brandbare kabels [YMz1Kmbzh, Z1O-YMz1Kasmbzh, Z1G-YMz1Kasmbzh];
  4. EMC-afgeschermde kabels [YMvKafas, YMvKafasmb, YMz1Kafasmbzh, V-YMvKafas, V-YMvKafasmb, VS-YMvKafasmb, Z1-YMz1Kafasmbzh, VS-YMvKafas];
  5. met bovengenoemde soorten onder de voorhanden omstandigheden gelijk te stellen leidingen.

8.761.4.2 (toelichting)

Ongeïsoleerde leidingen mogen alleen zijn toegepast als:

  1. beschermingsleidingen;
  2. aardleidingen.

8.761.4.3 (toelichting)

Kabels zonder bewapening mogen alleen zijn toegepast indien deze deugdelijk tegen mechanische beschadiging zijn beschermd door aanleg in daarvoor bestemde buizen, kokers, goten of kanalen.
Deze bepaling geldt niet voor omvangrijke kabelnetten van industriële bedrijven, indien gelijktijdig aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  1. de kabels zijn gelegd in afzonderlijke tracés, die duidelijk en blijvend zijn gemarkeerd,
  2. andere leidingen mogen niet in de naaste omgeving zijn gelegd,
  3. van de ligging van de kabeltracés moeten duidelijke en betrouwbare tekeningen op het bedrijf aanwezig zijn,
  4. graafwerkzaamheden mogen slechts worden uitgevoerd na schriftelijke toestemming van het bedrijf en onder voortdurend toezicht van een door het bedrijf aangewezen persoon en
  5. toestemming voor de toepassing is verleend door de bevoegde instanties.

8.761.4.4 (toelichting)

Kabels buiten gebouwen moeten op een sleufdiepte van ten minste 0,5 m zijn gelegd. Deze bepaling geldt niet indien aanvullende maatregelen tegen mechanische beschadiging zijn getroffen.

8.761.4.5

Verbindingen tussen in de grond gelegde kabels moeten zo zijn uitgevoerd dat daarin geen vocht kan binnendringen en de verbindingen tegen mechanische beschadiging zijn beschermd.