Deze bepaling heeft onder andere betrekking op verzakkingen of verschuivingen van de grond.
Voldoende isolatie kan bijvoorbeeld worden verkregen door de omvlechting of bewapening minder ver door te laten lopen dan het aardscherm of de loodmantel.
Zie ook blad 13 van NPR 5310:1998.
In het algemeen verdient het gebruik van afzonderlijk gelegde ongeisoleerde beschermingsleidingen geen aanbeveling, maar moet de voorkeur worden gegeven aan geïsoleerde beschermingsleidingen die deel uitmaken van een drie- of meeraderige leiding.
Het gestelde onder b beoogt beschadiging van de kabels te voorkomen bij werkzaamheden aan bijvoorbeeld gas- of waterleidingen.
De bevoegde instanties zoals bedoeld onder e zijn:
Voor grotere bedrijven kan een algemene toestemming worden verleend.
Variatie van de ligging op een sleufdiepte tussen 0,50 m tot 0,90 m heeft een verwaarloosbare invloed op de toelaatbare stroom.