Rubriek 8.763 - Grond-, wegdek- en vloerverwarming anders dan voor ruimteverwarming (toelichting)

8.763.1 - Algemeen

8.763.1.1 - Uitwendige invloeden (toelichting)

Elektrisch materieel voor grond-, wegdek- en vloerverwarming anders dan voor ruimteverwarming moet zijn gekozen en geïnstalleerd overeenkomstig 512.2.

8.763.1.2 (toelichting)

Indien rekening moet worden gehouden met werking van de grond, het wegdek of de vloer moet een daarvoor geschikt systeem zijn toegepast of moeten aanvullende maatregelen zijn getroffen.

8.763.2 - Bescherming tegen indirecte aanraking

8.763.2.1

Aardschermen of loodmantels moeten met de beschermingsleiding zijn verbonden met inachtneming van het bepaalde in 413.1.3 tot en met 413.1.5.

8.763.2.2

Bij toepassing van aardschermen of loodmantels moet zijn voldaan aan het bepaalde in 413.1.3.3 of 413.1.4.2.

8.763.2.3 (toelichting)

Metalen omvlechtingen of bewapeningen moeten met de beschermingsleiding zijn verbonden met inachtneming van het bepaalde in 413.1.3 tot en met 413.1.5.
Deze bepaling geldt niet indien de metalen omvlechting of bewapening niet onder spanning kan komen doordat:

  1. een aardscherm of loodmantel onder de omvlechting of bewapening met de beschermingsleiding is verbonden en
  2. de montage zo is dat voldoende afstand of isolatie is gewaarborgd tussen omvlechting of bewapening en aardscherm of loodmantel.

8.763.2.4 (toelichting)

Bij toepassing van leidingen zonder aardscherm moet boven de leiding een deugdelijke gevlochten of gelaste metalen mat zijn aangebracht met:

  1. een maaswijdte van ten hoogste 0,15 m en
  2. een draadmiddellijn van ten minste 2 mm.

Deze mat moet met de beschermingsleiding zijn verbonden.

8.763.3 - Beveiligen (toelichting)

Verwarmingssystemen moeten deel uitmaken van eindgroepen die zijn beveiligd door aardlekschakelaars met een nominale aanspreekstroom van ten hoogste 300 mA.

8.763.4 - Keuze en installatie van leidingsystemen

8.763.4.1 (toelichting)

Bij de installatie van verwarmingssystemen en -kabels moet rekening zijn gehouden met de voorschriften van de fabrikant en met de uitwendige invloeden die gelden tijdens de installatie.

8.763.4.2 (toelichting)

Verwarmingssystemen mogen niet over dilatatievoegen zijn gelegd.

8.763.4.3

Verbindingen tussen aansluitleidingen en verwarmingsystemen in de grond, het wegdek of de vloer moeten zo zijn uitgevoerd dat daarin geen vocht kan binnendringen en de verbindingen tegen mechanische beschadiging zijn beschermd.