Deze rubriek heeft betrekking op verwarmingsinstallaties voor het sneeuw- en ijsvrij houden van bijvoorbeeld:
Zie ook blad 11 van NPR 5310:1998.
Deze bepaling heeft onder andere betrekking op verzakkingen of verschuivingen van de grond.
Voldoende isolatie kan bijvoorbeeld worden verkregen door de omvlechting of bewapening minder ver door te laten lopen dan het aardscherm of de loodmantel.
Een mat van kippengaas of dergelijke is niet geschikt voor deze toepassing.
Overeenkomstig het bepaalde in 473.1.2 behoeven verwarmingssystemen niet tegen overbelastingsstroom te zijn beveiligd.
Indien de verwarmingssytemen of -kabels worden gelegd onder "warm" asfalt moeten de systemen en de kabels bestand zijn tegen de temperaturen die optreden tijdens het aanbrengen van het asfalt.
Voedingsleidingen en leidingen tussen delen van verwarmingssystemen worden niet gerekend tot het verwarmingssysteem. Hiervoor geldt 522.14.