Bijlage NL533-A - Beveiligingstoestellen tegen kortsluiting van leidingen (informatief)

Figuur 53Y: Het verband tussen de uitschakelkarakteristiek van de smeltpatroon en de toelaatbare thermische belasting bij kortsluiting van de leiding

Figuur 53Z: Het verband tussen de uitschakelkarakteristiek van de vermogenschakelaar en de toelaatbare thermische belasting bij kortsluiting van de leiding

TOELICHTING
Ima is de magnetische aanspreekstroom;
tma is de magnetische afschakeltijd.

Voor Ima en tma zie NEN-EN 60898.

Tabel 53X: Maximale lengte, in m, van tegen kortsluiting beveiligde leidingen (zie bepaling 533.3)

Isolatiemateriaal: XLPE, EPR of PVC3)
Kernmateriaal: koper6)
Sluiting: tussen een fase en de nul (5 s)4) 5)
Spanning tussen fase en nul (U0): 230 V
S Nominale stroom van gG-smeltpatronen A
mm² 2 4 6 10 16 20 25 32 40 50 63 80
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
1,5 647 320 209 122 76 59x3) x2) x2) x2) x2) x2) x2)
2,5 x1) 525 345 206 134 108 80 54x3) x2) x2) x2) x2)
4 x1) 845 557 334 220 180 137 97 73 51x3) x2) x2)
6 x1) x1) 835 502 332 273 209 151 117 86 63x3) x2)
10 x1) x1) x1) 847 562 462 356 260 204 153 117 85
16 x1) x1) x1) x1) 895 737 569 416 328 248 192 142
25 x1) x1) x1) x1) x1) x1) 901 660 521 395 308 230
35 x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) 917 723 549 428 322
50 x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) 980 745 581 437
70 x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) 840 632
95 x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) 878
S Nominale stroom van gG-smeltpatronen A
mm² 100 125 160 200 250 315 400 500 630 800 1000 1250
10 57x3) x2) x2) x2) x2) x2) x2) x2) x2) x2) x2) x2)
16 101 79 55x3) x2) x2) x2) x2) x2) x2) x2) x2) x2)
25 167 133 97 70 x2) x2) x2) x2) x2) x2) x2) x2)
35 234 189 140 103 74 51x3) x2) x2) x2) x2) x2) x2)
50 319 258 193 145 107 77 55x3) x2) x2) x2) x2) x2)
70 462 374 281 212 159 116 87 61x3) x2) x2) x2) x2)
95 643 521 391 296 223 165 126 91 63x3) x2) x2) x2)
120 812 658 495 375 283 211 161 118 84 56x3) x2) x2)
150 871 707 531 403 305 227 175 129 94 65 43x3) x2)
185 x1) 848 638 484 366 274 211 156 114 81 56 x2)
240 x1) x1) 805 611 463 346 268 199 147 105 74 50x3)
300 x1) x1) 971 738 559 418 324 241 178 128 92 65
400 x1) x1) x1) 876 664 497 385 287 213 154 112 80
500 x1) x1) x1) x1) 823 617 478 357 265 192 141 101
630 x1) x1) x1) x1) 965 724 560 418 311 226 166 120
800 x1) x1) x1) x1) x1) 847 656 490 365 265 195 142
1000 x1) x1) x1) x1) x1) x1) 780 583 434 316 232 169
1)  De lengte is groter dan 1000 m, maar de waarde is niet opgenomen in deze tabel. Dit geldt ook voor grotere doorsneden die niet zijn opgenomen in de tabel.
2)  De leiding wordt overbelast omdat i²t > k²S².
3)  De waarden in de tabel die zijn voorzien van noot 3) zijn niet toepasbaar voor leidingen met isolatie van PVC omdat de leidingen worden overbelast.
4)  Een vermenigvuldigingsfactor 1,73 mag worden toegepast bij het bepalen van de maximale lengte van tegen kortsluiting beveiligde leidingen van driefasenstroomketens zonder nul met een spanning van 400 V tussen de fasen indien kortsluiting tussen fase-beschermingsleiding of fase-aarde niet mogelijk is. Dit geldt voor stroomstelsels in ster- of in driehoekschakeling.
5)  Voor de maximale lengte van tegen kortsluiting beveiligde leidingen van driefasenstroomketens met nul met een spanning van 230/400 V en een kleinere doorsnede van de nul overeenkomstig tabel 8.52Z geldt een vermenigvuldigingsfactor 0,67.
6)  Voor leidingen met kernen van aluminium moet de in de tabel aangegeven lengte zijn vermenigvuldigd met een factor 0,40.
Toelichting:
De tabellen gelden niet voor éénaderige kabels.

Tabel 53Y: Maximale lengte, in m, van tegen kortsluiting beveiligde leidingen (zie bepaling 533.3)

Isolatiemateriaal: XLPE, EPR of PVC3)
Kernmateriaal: koper6)
Sluiting: 1.  tussen een fase en de nul (0,1 s)4) 5)
2.  tussen een fase en de beschermingsleiding (0,1 s)7) 8)
Spanning: 1.  tussen fase en nul (U0): 230 V
2.   tussen fase en beschermingsleiding: 230 V
S Nominale stroom van installatieautomaten type B volgens NEN-EN6089810) A
mm² 6 10 16 20 25 32 40 50 63 80 100 125
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
1,5 199 119 74 59 47 37 29 23 18 14 11 8x3)
2,5 324 195 122 97 78 61 48 39 30 24 19 15
4 521 313 195 156 125 98 78 62 49 39 31 24
6 781 468 293 234 187 146 117 94 74 58 47 37
10 x1) 788 493 394 315 246 197 158 125 98 79 63
16 x1) x1) 784 627 502 392 314 251 199 157 125 100
25 x1) x1) x1) 992 794 620 496 397 315 248 198 159
35 x1) x1) x1) x1) x1) 860 688 551 437 344 275 220
50 x1) x1) x1) x1) x1) x1) 932 745 592 466 373 298
70 x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) 854 673 538 431
95 x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) 934 747 598
120 x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) 943 754
150 x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) 809
185 x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) 970
1)  De lengte is groter dan 1000 m, maar de waarde is niet opgenomen in deze tabel. Dit geldt ook voor grotere doorsneden die niet zijn opgenomen in de tabel.
2)  De leiding wordt overbelast omdat i²t > k²S².
3)  De waarden in de tabel die zijn voorzien van noot 3) zijn niet toepasbaar voor leidingen met isolatie van PVC omdat de leidingen worden overbelast.
4)  Een vermenigvuldigingsfactor 1,73 mag worden toegepast bij het bepalen van de maximale lengte van tegen kortsluiting beveiligde leidingen van driefasenstroomketens zonder nul met een spanning van 400 V tussen de fasen indien kortsluiting tussen fase-beschermingsleiding of fase-aarde niet mogelijk is. Dit geldt voor stroomstelsels in ster- of in driehoekschakeling.
5)  Voor de maximale lengte van tegen kortsluiting beveiligde leidingen van driefasenstroomketens met nul met een spanning van 230/400 V en een kleinere doorsnede van de nul overeenkomstig tabel 8.52Z geldt een vermenigvuldigingsfactor 0,67.
6)  Voor leidingen met kernen van aluminium moet de in de tabel aangegeven lengte zijn vermenigvuldigd met een factor 0,40.
7)  De beschermingsleiding heeft een doorsnede die gelijk is aan de doorsnede van de fase.
8)  Indien de beschermingsleiding een doorsnede heeft die de helft is van de doorsnede van de fase overeenkomstig tabel 54F, moet de lengte zijn vermenigvuldigd met een factor 0,67.
9)  Voor installatieautomaten type C en type D geldt een vermenigvuldigingsfactor van respectievelijk 0,5 en 0,25.
Toelichting:
De tabellen gelden niet voor éénaderige kabels.

Tabel 53Z: Maximale lengte, in m, van tegen aardsluiting beveiligde leidingen (zie bepaling 533.3)

Isolatiemateriaal: XLPE, EPR of PVC
Kernmateriaal: koper6)
Sluiting: tussen een fase en de beschermingsleiding (0,4 s)7) 8)
Spanning tussen fase en beschermingsleiding: 230 V
S Nominale stroom van gG-smeltpatronen A
mm² 2 4 6 10 16 20 25 32 40 50 63 80
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
1,5 368 187 126 73 53 39 30 20 16x3) x2) x2) x2)
2,5 601 305 207 120 88 65 51 35 30 19 14x3) x2)
4 966 490 333 193 142 105 84 58 49 33 26 16x3)
6 x1) 734 498 289 213 158 126 88 75 51 41 26
10 x1) x1) 838 486 358 266 213 148 127 87 70 47
16 x1) x1) x1) 774 570 424 339 236 202 139 112 76
25 x1) x1) x1) x1) 902 670 536 374 320 220 178 120
35 x1) x1) x1) x1) x1) 930 744 519 444 306 248 167
50 x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) 703 601 414 336 227
70 x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) 868 598 485 328
95 x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) 830 673 456
120 x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) 849 575
150 x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) 911 617
185 x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) 740
240 x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) x1) 933
S Nominale stroom van gG-smeltpatronen A
mm² 100 125 160 200 250 315 400 500 630 800 1000 1250
6 20 x2) x2) x2) x2) x2) x2) x2) x2) x2) x2) x2)
10 36 25 21 x2) x2) x2) x2) x2) x2) x2) x2) x2)
16 59 42 35 22 18x3) x2) x2) x2) x2) x2) x2) x2)
25 94 68 57 37 31 21 15x3) x2) x2) x2) x2) x2)
35 131 94 80 53 45 31 23 16x3) x2) x2) x2) x2)
50 177 128 109 72 61 44 32 24 17x3) x2) x2) x2)
70 256 185 158 106 89 64 48 36 26 17x3) x2) x2)
95 356 257 220 146 124 89 67 50 38 25 20 x2)
120 449 325 277 185 157 113 85 64 49 33 27 17x3)
150 482 349 297 198 168 122 91 69 53 36 30 19
185 578 418 357 238 202 146 110 83 64 44 36 24
240 729 528 450 300 255 184 139 105 80 56 46 31
300 879 637 543 362 308 222 168 127 97 68 56 37
400 x1) 756 645 430 365 264 199 151 116 81 67 45
500 x1) 937 799 533 453 327 247 187 144 100 84 56
630 x1) x1) 937 625 531 384 290 220 168 118 98 66
800 x1) x1) x1) 731 622 449 339 257 197 138 115 77
1000 x1) x1) x1) 869 738 534 403 305 234 164 137 92
1)  De lengte is groter dan 1000 m, maar de waarde is niet opgenomen in deze tabel. Dit geldt ook voor grotere doorsneden die niet in de tabel zijn opgenomen.
2)  De leiding wordt overbelast omdat i²t > k²S².
3)  De waarden in de tabel die zijn voorzien van noot 3) zijn niet toepasbaar voor leidingen met isolatie van PVC omdat de leidingen worden overbelast.
4)  [niet gebruikt]
5)  [niet gebruikt]
6)  Voor leidingen met kernen van aluminium moet de in de tabel aangegeven lengte zijn vermenigvuldigd met een factor 0,40.
7)  De beschermingsleiding heeft een doorsnede die gelijk is aan de doorsnede van de fase.
8)  Indien de beschermingsleiding een doorsnede heeft die de helft is van de doorsnede van de fase overeenkomstig tabel 54F, moet de lengte zijn vermenigvuldigd met een factor 0,67.
Toelichting:
De tabellen gelden niet voor éénaderige kabels.