De bepalingen in deze rubriek hebben betrekking op zwembaden in overdekte ruimten en in de open lucht. Voor zwembaden in medisch gebruikte ruimten kunnen speciale bepalingen van kracht zijn. Zie ook NEN 3134.
Zie 702.512 voor bestemming en uitwendige invloeden.
Voor nader uitgewerkte voorbeelden van zone-indelingen in zwembaden, zie blad 15 van NPR 5310:1998.
Voor bescherming van wandcontactdozen, zie 702.53.
In HD 384.7.702 S1:1991, gebaseerd op IEC 60364-7-702:1983, is deze bepaling als nummer 702.411.1.3.7 opgenomen.
In deze zones worden niet-isolerende vloeren ook als vreemde geleidende delen beschouwd.
Deze bepaling geldt alleen voor geleidende delen die zo zijn opgesteld of aangebracht dat zij door een defect of potentiaalversleping onder spanning kunnen komen. Voorbeelden van geleidende delen die zo zijn opgesteld of aangebracht dat zij niet door een defect of potentiaalversleping onder spanning kunnen komen zijn:
In HD 384.7.702 S1:1991, gebaseerd op IEC 60364-7-702:1983, is deze bepaling als nummer 702.413.1.6 opgenomen.
Zie ook 413.1.6.
Het bepaalde houdt in dat in aanvulling op 8.410.101 in de genoemde zones de grenswaarde van de aanrakingsspanning UL is beperkt tot:
Zie de toelichting op 8.410.101 voor het begrip "zonder rimpel".
Zie ook blad 11 van NPR 5310:1998.
Zie 321.4 voor de koppeling van codes voor uitwendige invloeden en codes van de beschermingsgraden van elektrisch materieel.
Kleine zwembaden in gebouwen zijn zwembaden waar geen ruimte is voor zone 2.
b. Kleine zwembaden in gebouwen zijn zwembaden waar geen ruimte is voor zone 2.
Bij het toepassen van een mat wordt aanbevolen uit te gaan van:
Een mat van kippengaas of dergelijke is derhalve niet geschikt voor deze toepassing.