Toelichtingen bij rubriek 707

Toelichting bij 707.1

Hoogfrequent ontstoringsfilters in gegevensverwerkende toestellen kunnen hoge aardlekstromen veroorzaken. Bij onderbreking van de beschermings- of van de aardleiding kan dan een gevaarlijke aanrakingsspanning optreden. De bepalingen in deze rubriek beogen dit gevaar te voorkomen.

IEC 60364-7-707:1984 verwijst naar IEC 60435:1983. Deze publicatie is inmiddels vervangen door IEC 60950:1991.

De bepalingen van deze rubriek hebben geen betrekking op gegevensverwerkende toestellen die met stopcontacten volgens NEN 1020, of daarmee vergelijkbare stopcontacten, op de vaste installatie zijn aangesloten en geen hoge aardlekstroom hebben volgens NEN-EN 60950.

Toelichting bij 707.24.101

De gevoeligheid in termen van amplitude- en frequentie-eigenschappen is afhankelijk van het soort toestel.

In IEC 60364-7-707:1984 is deze bepaling als nummer 707.202 opgenomen.

Toelichting bij 707.25.3

In IEC 60364-7-707:1984 is deze bepaling als nummer 707.203 opgenomen.

Hoge aardlekstromen zijn volgens het bepaalde in NEN-EN 60950 aardlekstromen van toestellen van klasse I die groter zijn dan 3,5 mA. De aardlekstroom mag volgens deze publicatie nooit groter zijn dan 5 % van de opgenomen stroom.
De aardlekstroom kan gelijkstroomcomponenten bevatten die de werking van voorgeschakelde aardlekschakelaars van het type AC nadelig kunnen beïnvloeden. Dit is de reden waarom volgens 8.531.1.2.4 dit type aardlekschakelaar niet meer mag worden toegepast.

Toelichting bij 707.27.101

In IEC 60364-7-707:1984 is deze bepaling als nummer 707.201 opgenomen.

Toelichting bij 707.471.4

In IEC 60364-7-707:1984 is deze bepaling als nummer 707.471.3 opgenomen.

Toelichting bij 707.471.4.1

In TN-C-stelsels waar de PEN-leiding doorloopt tot op de klemmen van het toestel mogen de aardlekstromen als stroombelasting worden gezien.

Gegevensverwerkende toestellen met hoge aardlekstromen kunnen bij toepassing van aardlekschakelaars problemen geven.

Ook moet rekening zijn gehouden met het mogelijk uitschakelen van aardlekschakelaars door laadstromen van condensatoren.

Toelichting bij 707.471.4.2

Stopcontacten volgens NEN-EN-IEC 60309-1 en NEN-EN-IEC 60309-2 zijn voorbeelden van geschikte stopcontacten. Stopcontacten voor algemeen gebruik volgens NEN 1020 zijn dus niet geschikt.

Bij gegevensverwerkende toestellen met hoge aardlekstromen is het bijzonder belangrijk dat een beproeving op het ononderbroken zijn van beschermings- en aardleidingen wordt uitgevoerd na installatie en na elke wijziging in de installatie (zie 612.2).
Tevens wordt aanbevolen dat een beproeving op het ononderbroken zijn van de beschermings- en aardleidingen periodiek wordt uitgevoerd.

Toelichting bij 707.471.4.3

Met de in NEN-EN 60950 beschreven meetmethoden voor aardlekstromen kunnen ook nog niet vastgestelde aardfouten binnen de toestellen worden opgespoord.

Deze bepaling geldt ook voor eindgroepen waarop verschillende gegevensverwerkende systemen zijn aangesloten waarvan de totale aardlekstroom hoger is dan 10 mA.

Toelichting bij 707.471.4.3.1

Deze bepaling beoogt het verkrijgen van hoogwaardige beschermings- en aardverbindingen door het toepassen van leidingen met grote nominale kerndoorsneden of dubbele leidingen samen met betrouwbare verbindingen of robuuste stopcontacten.

Leidingen met een doorsnede groter dan of gelijk aan 10 mm² mogen in aluminium zijn uitgevoerd.

Toelichting bij 707.471.4.3.3

Deze bepaling beoogt een vastgestelde weg van de aardlekstroom zo klein mogelijk te houden en een mogelijkheid van onderbreking in de aardvoorziening te beperken.

De methode van aansluiten van een transformator met gescheiden wikkelingen is weergegeven in figuur 707A2.

Toelichting bij 707.471.5

In IEC 60364-7-707:1984 is deze bepaling als nummer 707.471.4 opgenomen.

Toelichting bij 707.471.6

In IEC 60364-7-707:1984 is deze bepaling als nummer 707.471.5 opgenomen.

Toelichting bij 707.545.2

Het elektrisch storingsniveau op beschermingsleidingen van gebouwen kan zo hoog zijn dat hierop aangesloten gegevensverwerkende toestellen slecht functioneren.

Toelichting bij 707.545.2.1

Bepaling 413.1.1.2 staat het toepassen van gescheiden aardelektroden niet toe voor gelijktijdig aanraakbare gestellen.