Buitenverlichting omvat de zich buiten bouwwerken bevindende armaturen, bedrading en toebehoren.
In IEC 60364-7-714:1996 zijn deze bepalingen als nummer 714.11 opgenomen.
a. In Nederland is besloten het 1e aandachtsstreepje uit de 3e alinea van 714.11 uit IEC 60364-7-714:1996 niet over te nemen.
In deze druk van NEN 1010-7 zijn verlichtingsinstallaties van fonteinen niet opgenomen in rubriek 702.
In IEC 60364-7-714:1996 is deze bepaling als nummer 714.13.1 opgenomen.
In IEC 60364-7-714:1996 is deze bepaling als nummer 714.13.2 opgenomen.
Voor een TN-stelsel kan in de regel 413.1.3.5 worden toegepast.
Aangenomen kan worden dat aan de bepalingen voor bescherming door toepassing van elektrisch materieel van klasse II is voldaan als ook metalen omhulsels van de bedrading, indien aanwezig, gescheiden zijn van de geleidende delen van de lichtmast door toepassing van isolerend materiaal zoals (krimp)kousen of buizen.
In sommige gevallen kan een hogere beschermingsgraad noodzakelijk zijn om functionele redenen of vanwege de toe te passen reinigingsmethoden.
In IEC 60364-7-714:1996 is deze bepaling als nummer 714.32 opgenomen.
Andere codes voor uitwendige invloeden zoals corrosieve stoffen, mechanische belasting en zonnestraling kunnen onder bepaalde omstandigheden ook van toepassing zijn (zie bijlage CA32).
Zie ook blad 11 van NPR 5310:1998.
In IEC 60364-7-714:1996 is deze bepaling als nummer 714.511 opgenomen.
In IEC 60364-7-714:1996 is deze bepaling als nummer 714.512 opgenomen.
Hierbij moet rekening zijn gehouden met het feit dat startstromen groter kunnen zijn dan de normale belastingsstroom.
Zie ook 512.1.1.