Toelichtingen bij rubriek 705

Toelichting bij 705.411.1.4.3

In HD 384.7.705 S1:1991, gebaseerd op IEC 60364-7-705:1984, is deze bepaling als nummer 705.411.1.3.7 opgenomen.

Toelichting bij 705.413.1

Zie de toelichting op 8.410.101 voor het begrip "zonder rimpel".

Door spanningsversleping vanuit andere ruimten kunnen hogere spanningen worden geïntroduceerd dan de in deze bepaling vastgelegde UL. Daarom geldt de in deze bepaling vastgelegde UL ook voor die andere ruimten.

Toelichting bij 705.413.1.2.2

In HD 384.7.705 S1:1991, gebaseerd op IEC 60364-7-705:1984, is deze bepaling als nummer 705.413.1.6 opgenomen.

Het wordt aanbevolen om de verbinding van de aanvullende potentiaalvereffeningsleiding met de beschermingsleiding in de desbetreffende ruimte te maken.
Bij metalen leidingstelsels moeten de overgangsweerstanden van koppelingen blijvend voldoende laag zijn.
Schroef- en klemverbindingen waarbij afdichtingsmaterialen zijn toegepast, zoals PTFE-band (bijvoorbeeld van teflon®) en borgkit, verdienen extra zorg.

Een in de vloer aangebracht metalen vlechtwerk dat met de beschermingsleiding is verbonden wordt aanbevolen. Het vlechtwerk kan bestaan uit:

  1. in de vloer aanwezige wapening of
  2. een deugdelijk gevlochten of gelaste metalen mat met:

Een mat van kippengaas of dergelijke is derhalve niet geschikt voor deze toepassing.

Verwijderbare roosters, geplaatst in een vast metalen frame, behoeven niet afzonderlijk met de potentiaalvereffeningsleiding te zijn verbonden.

Zie ook 413.1.6.

Toelichting bij 705.482

Voldoende aandacht moet worden besteed aan de mogelijkheden om in noodsituaties vee te evacueren. De bepalingen van 482.1 kunnen van toepassing zijn.
In ruimten waar gevaar voor brand bestaat is 482.2 van toepassing.

Toelichting bij 705.512

Afhankelijk van de uitwendige invloeden moet een hogere beschermingsgraad worden toegepast.

Zie ook blad 11 van NPR 5310:1998.

Zie 321.4 voor de koppeling van codes voor uitwendige invloeden en codes van de beschermingsgraden van elektrisch materieel.

Toelichting bij 705.531.2.1.3

In HD 384.7.705 S1:1991, gebaseerd op IEC 60364-7-705:1984, is deze bepaling als nummer 705.532.2 opgenomen.

Het wordt aanbevolen eindgroepen te beveiligen door aardlekschakelaars met een nominale aanspreekstroom van ten hoogste 30 mA. Indien praktisch mogelijk wordt het gebruik aanbevolen van een aardlekschakelaar met een lagere nominale aanspreekstroom waarbij onnodig uitschakelen door lekstromen moet worden voorkomen.

Toelichting bij 705.55

Bij schrikdraadinstallaties in de nabijheid van bovengrondse leidingen moeten zodanige afstanden in acht worden genomen dat rekening is gehouden met inductiestromen en dergelijke.

Voor grootschalige veehouderijen kunnen de hoofdstukken 35 en 56 mede van toepassing zijn.
Dit geldt in het bijzonder voor systemen die in geval van storingen in het voedende net noodzakelijk zijn voor het in leven houden van vee.

Zie ook NEN 5237.